Ingediend | 9 januari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 30 januari 2012 (na 21 dagen) |
Indiener | Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z00126.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1322.html |
Ja.
Ik ben niet van mening dat het overheidsbeleid op het gebied van seksuele voorlichting is afgestemd op een foutieve norm. Ten eerste wordt de gemiddelde leeftijd niet als norm neergezet4. Ten tweede is mijn beleid gericht op preventie: op het voorkomen dat jongeren beschadigende ervaringen opdoen, door ze al vóór ze seksueel actief zijn bewust te laten worden van hun wensen en grenzen en vaardigheden op te laten doen om grenzen te stellen. Het gebruik van de mediane leeftijd (de leeftijd waarop de helft van de jongeren ervaring heeft) in plaats van de gemiddelde leeftijd (van de seksueel actieve jongeren), verandert hier niets aan, aangezien mijn beleid gericht is op een brede leeftijdsgroep. Om die reden zal ik mijn beleid – evenals de antwoorden op de schriftelijke vragen – niet aanpassen.
Wel ben ik met u van mening dat de manier waarop «gemiddelde leeftijd» nu gebruikt wordt, tot verwarring kan leiden. Ik zal voortaan duidelijker aangeven dat het hierbij gaat om een gemiddelde van de jongeren die al seksueel actief zijn.
Er is overigens slechts een relatief gering verschil tussen de gemiddelde leeftijd (16,6 jaar) en de mediane leeftijd (17,1 jaar).
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Nee. Mijn beleid is er op gericht om op het terrein van seksualiteit de weerbaarheid en gezond gedrag van jongeren te bevorderen. Daarbij speelt het geven van betrouwbare informatie en advies een belangrijke rol. Er worden sinds 1 januari jl. geen (massamediale) leefstijlcampagnes meer gevoerd. Zoals ik in de landelijke gezondheidsnota «Gezondheid dichtbij» heb aangegeven past een generieke, populatiebrede aanpak met massamediale campagnes niet in mijn beleid. Liever kies ik voor andere vormen van kennisoverdracht, die meer op maat zijn en aansluiten bij de belevingswereld van de betreffende doelgroep (zoals sociale media maar ook bijvoorbeeld via de zogeheten Sense-spreekuren).
Ja.