Ingediend | 15 december 2011 |
---|---|
Beantwoord | 30 januari 2012 (na 46 dagen) |
Indiener | Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z26373.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1331.html |
Ja.
In het gesprek met de visitatiecommissie heeft de korpschef gezegd dat de mening van de burger niets zegt over de kwaliteit van de politie en de successen in de criminaliteitsaanpak. Deze opmerking van de korpschef Limburg-Zuid volgde op de vraag van de visitatiecommissie of er vrees bestond voor grote onrust onder de bevolking, die zou kunnen leiden tot Londense rellen of soortgelijke omstandigheden. De opmerking van de korpschef is in dat licht bedoeld. Hij acht de kans daarop nihil.
De korpschef heeft zich ten tijde van het gesprek wel gerealiseerd dat dit ongelukkig was geformuleerd maar heeft zich, zo erkent hij, onvoldoende gerealiseerd dat dit in de media verkeerd kan worden uitgelegd. De korpschef ontkent dus niet dat hij deze woorden heeft gebruikt maar hij heeft het zeker niet zo bedoeld. De Hoofdofficier van Justitie en de korpsbeheerder ondersteunen hem hierin.
Zie antwoord vraag 2.
Het behouden en versterken van vertrouwen van de burger is beleidsmatig verankerd in het beleidsplan van het politiekorps Limburg-Zuid. Dat beleidsplan geldt tot het moment van inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet. In andere geverifieerde verantwoordingsinformatie aan mijn departement komt naar voren dat de politie Limburg-Zuid beschikt over een stevige bezetting wijkagenten; hoger dan de norm van 1 op 5 000 inwoners. Ook een verdiepend onderzoek naar het functioneren van het gebiedsgebonden werk in Limburg-Zuid, wijst erop dat de gebiedsgerichte zorg voldoende tot zijn recht komt. Er zijn verbeter- en aandachtspunten, maar in vergelijking met andere politiekorpsen is dit zeker niet matig of slechter.
Verder loopt er een actieprogramma Lokale Besturing Politie, waarvan ik de resultaten zal meenemen bij de inrichting van de nationale politie. In dit programma zijn gemeenten via de VNG, deskundigen, het openbaar ministerie, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en aanstaande regioburgemeesters betrokken. De rol van gemeenten krijgt door de totstandkoming van lokale integrale veiligheidsplannen en de verplichte consultatie van beleidsplannen van de toekomstige 10 territoriale politie-eenheden door gemeenteraden een extra impuls. Het lokaal democratisch gehalte van de politie wordt daarmee versterkt en de invloed of stem van de (vertegenwoordigde) burger wordt wettelijk verankerd.
Zie antwoord vraag 4.
Het korps heeft al langer geleden initiatief genomen om zijn intern functioneren onder de loep te nemen op basis van signalen uit het verleden. Er loopt nu ruim één jaar een proces van interne dialoogvorming over omgang, gewenst gedrag en versterking van het geven en nemen van verantwoordelijkheid door medewerkers en leidinggevenden op alle niveaus. Dit traject wordt met steun van de huidige beheersdriehoek doorgezet.
Ik heb het rapport van de visitatiecommissie gelezen en begrijp dat daarmee wordt gedoeld op het zelflerend vermogen. Men noemt in het rapport bijvoorbeeld het onvermogen van het korps om gericht iets te doen met intelligente waarnemingen op de werkvloer. Het korps erkent dat hier verbetering mogelijk is. Er zijn al initiatieven op dit terrein ontplooid. Het aanvalsplan «Simpel en Eenvoudig» (dat is gestart in 2010) is daar een voorbeeld van. Iedereen binnen het korps mag een idee indienen dat bijdraagt aan het vereenvoudigen van procedures, het verkleinen van de papierberg en het beëindigen van activiteiten die geen prioriteit genieten. De oproep is met groot enthousiasme ontvangen. Enkele tientallen ideeën zijn inmiddels geïmplementeerd.
Het is verder aan de driehoek Limburg-Zuid, om zich over de opmerkingen in het rapport te buigen en hierop desnoods aanvullend op wat al eerder in gang is gezet een verbetering te organiseren. De driehoek heeft zelf om visitatie gevraagd, als toets op en doorzetten van in gang gezette verbetering. Dit is ook het doel, dat ik met kwaliteitsstelsel Nederlandse politie beoog.
Zie het antwoord op vraag 7.
Ik hecht veel waarde aan het bericht van de korpsbeheerder die aangeeft dat de verbeterpunten uit het visitatierapport stevig zullen worden opgepakt.
Conform het besluit Kwaliteitszorg politie dd. 24 juni 1999. Stb 288 dient elk korps kwaliteitzorg in te voeren. De kwaliteitszorg omvat de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de taakuitvoering, de resultaten en het beheer van het politiekorps. Korpsen doorlopen in het kader van het evaluatiestelsel van de kwaliteitszorg een cyclus van periodieke zelfevaluaties, korpsonderzoeken en eens in de vier jaar een externe visitatie.
Ik krijg de rapporten van de externe visitatiecommissie, samen met de resultaten van het korpsonderzoek en de visie van de korpsbeheerder op het visitatierapport altijd aangeboden. De korpsen nemen voorts in hun beleidsplan en jaarverslagen op of en zo ja welke maatregelen als gevolg van het onderzoek en visitatie zijn genomen of zullen worden genomen.
Visitatierapporten zijn in essentie niet bedoeld om vergelijkingen te trekken, maar om zelfontwikkeling van politieorganisaties te stimuleren.
Voor de nationale politie zal kwaliteitszorg binnen het landelijke korps een belangrijk onderwerp zijn. Op welke wijze de kwaliteitszorg door de nationale politie vorm wordt gegegeven, wordt thans nader uitgewerkt. Evenals in de huidige situatie blijft de Inspectie OOV toezicht houden op de kwaliteit van de politie.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over een onderzoek naar het functioneren van het politiekorps Limburg-Zuid (ingezonden 15 december 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.