Ingediend | 6 december 2011 |
---|---|
Beantwoord | 19 januari 2012 (na 44 dagen) |
Indieners | Karen Gerbrands (PVV), Willie Dille (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z25282.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1140.html |
Ja.
Nieuwe toetreders als de Opvoedpoli zijn goed voor de innovatie in de zorg voor jeugdigen. De Opvoedpoli richt zich met een outreachende en integrale aanpak op diverse problematiek binnen gezinnen. Zorgvernieuwers als de Opvoedpoli laten zien dat wat we met de stelselwijziging beogen, in de praktijk ook mogelijk is: ouders en kinderen centraal, een integrale analyse van de problematiek en adequate laagdrempelige hulp zonder wachtlijsten. Dit alles met een beperkte overhead. De beweging naar dergelijke nieuwe typen van ondernemerschap in de zorg voor jeugdigen beschouw ik als positief.
Het huidige systeem van indicatiestelling in de jeugdzorg, leidt ertoe dat problematiek behoorlijk zwaar (geworden) moet zijn, voordat kinderen en/of ouders voor zorg of ondersteuning in aanmerking komen. In de fase voordat problemen zijn uitgegroeid, is belangrijk preventief werk te doen. De Opvoedpoli springt succesvol in het gat dat in het huidige stelsel nog steeds bestaat voor het aanpakken van relatief eenvoudige problematiek die in een beperkte tijd is af te handelen. Door laagdrempelige huisvesting in de centra van steden weten mensen de Opvoedpoli goed te vinden. Inzet van freelancers maakt het mogelijk flexibel in te spelen op de vraag.
De ontwikkeling naar innovatieve, laagdrempelige vormen van zorg speelt breder dan alleen in de zorg voor jeugd. Ook elders zien we dat ondernemende hulpverleners vormen van zorg opzetten, waarover zowel de klanten als de uitvoerende zorgmedewerkers tevreden zijn. Zij weten – doordat zij zelf uit de praktijk komen – goed de valkuilen te vermijden, die zij eerder in de reguliere zorg zijn tegengekomen.
De stelselwijzigingen die het kabinet doorvoert op het terrein van de zorg voor jeugdigen, de begeleiding uit de AWBZ, werken naar vermogen en passend onderwijs, ondersteunen de beweging naar meer op de vraag toegesneden en lokaal maatwerk in de zorg.
De Opvoedpoli organiseert haar zorg op een laagdrempelige wijze, nabij ouders en kinderen. Deze wijze van organiseren van de zorg zal naar verwachting – mede door de stelselwijziging en de ontwikkeling van de gemeentelijke Centra voor Jeugd en Gezin – flink groeien. Wat daarbij de rol van aanbieders zoals de Opvoedpoli kan zijn, zal afhangen van de mate waarin men kan aansluiten bij de wensen en ontwikkelingen die partijen op lokaal niveau hebben.
Voor mij is wel duidelijk dat een aanbod zoals dat van de Opvoedpoli nooit het hele spectrum van zorg zal kunnen bestrijken dat in de brede zorg voor jeugd geboden wordt. Het concept leent zich niet voor het aanbieden van residentiële (intramurale) vormen van zorg. Die zullen ook in de toekomst door gespecialiseerde zorginstellingen worden aangeboden. Overigens zullen residentiële voorzieningen ook moeten vernieuwen, bijvoorbeeld door een toenemende integratie van jeugd- en opvoedhulp, geestelijke gezondheidszorg en expertise op het gebied van lichtverstandelijke beperkingen en een groter wordende oriëntatie op het onderwijs en de arbeidsmarkt voor jeugdigen.
In het nieuwe stelsel worden gemeenten verantwoordelijk voor de bekostiging van jeugdzorginstellingen. Welke prestaties geleverd moeten worden en hoe daarop wordt afgerekend, is aan de gemeenten. In het kader van de stelselwijziging onderzoek ik welke handreikingen daarvoor kunnen worden geboden.