Ingediend | 30 november 2011 |
---|---|
Beantwoord | 22 december 2011 (na 22 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z24651.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-986.html |
Ja, ik ken het bericht.
De Nederlandse Zorgautoriteit doet onderzoek naar meldingen die zijn binnengekomen bij het meldpunt onterechte betalingen. Er is sprake van onterechte betalingen indien aanbieders geld vragen aan bewoners voor AWBZ-aanspraken. Het wassen van kleding valt niet onder de AWBZ aanspraak. Deze meldingen komen dus in principe niet terecht bij de NZa. Wel heeft de NZa met ZN afspraken gemaakt dat de zorgkantoren toezien op de aanvullende diensten die aanbieders in rekening brengen. Bijvoorbeeld CZ zorgkantoren spreekt aanbieders met zeer hoge waskosten aan en vraagt hen te onderbouwen dat de prijs een weerspiegeling is van de werkelijke kosten, en dat de cliëntenraad ook heeft ingestemd met het gehanteerde tarief.
De cliëntenraad en de aanbieder moeten op basis van de Wet medezeggenschap over de hoogte van het bedrag voor waskosten afspraken maken. Het Nibud doet momenteel, in lijn met de motie Voortman (30 597, 193) onderzoek naar een richtbedrag voor waskosten. Het ontwikkelde richtbedrag zal zowel voor cliënten, cliëntenraden en zorgaanbieders houvast geven bij het gesprek over wat een redelijk bedrag is voor waskosten.
Bestuurders hebben zich te houden aan geldende wet- en regelgeving. Het is verboden om voor zorg als omschreven bij of krachtens de ABWZ een tarief in rekening te brengen dat niet overeenkomstig de WMG tot stand is gekomen. De NZa houdt hier toezicht op en treedt handhavend op tegen instellingen. Wanneer het niet gaat om AWBZ-zorg is het aan de instelling en het bestuur als vertegenwoordiger van de zorginstelling om gezamenlijk met de cliëntenraad te bepalen welke kosten daarvoor bij de cliënten in rekening worden gebracht. Ten slotte kan de raad van toezicht ingrijpen wanneer het bestuur niet goed functioneert.
Het Nibud voert momenteel een onderzoek uit naar een richtbedrag voor waskosten. Het LOC Zeggenschap in de Zorg en de bracheorganisaties VGN, Actiz en GGZ NL zijn betrokken bij het onderzoek. De verwachting is dat de resultaten begin 2012 bekend zullen zijn.
Het wassen van kleding is geen AWBZ aanspraak. De cliëntenraad en de aanbieder moeten op basis van de Wet medezeggenschap over de hoogte van het bedrag afspraken maken. Aanbieder en cliënt sluiten onderling een overeenkomst voor de dienst. Of een bewoner geld terug kan eisen is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Bij een rechtsgeldige overeenkomst kan een cliënt, anders dan bij onterechte betalingen, geen terugbetaling eisen.
Cliëntenraad en zorginstelling moeten over de hoogte van het bedrag, en als zij van mening zijn dat het bedrag te hoog is geweest ook over het mogelijk terugbetalen, afspraken maken. Ik verwacht dat zorgaanbieder en cliëntenraad, met een richtbedrag voor waskosten in de hand van het Nibud, het makkelijker vinden om tot een goed bedrag te komen voor waskosten.