Ingediend | 4 november 2011 |
---|---|
Beantwoord | 14 december 2011 (na 40 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z22005.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-919.html |
Ik vind het goed dat er gedegen onderzoek is gedaan naar de variatie in de HSMR (Hospital Standardised Mortality Ratio) die door andere bronnen wordt veroorzaakt dan door kwaliteit van zorg. De technische conclusies in het proefschrift stel ik niet ter discussie. Mijns inziens staat dat echter de openbaarmaking van de HSMR niet in de weg. Zie ook het antwoord op vraag 6.
In mijn brief over selectieve zorginkoop door Menzis van 21 oktober 2011 heb ik het belang van goede communicatie over kwaliteitscriteria benadrukt. Ik heb in die brief aangegeven dat ik van verzekeraars verwacht dat zij bij het proces van selectieve inkoop verantwoord omgaan met de gevolgen die dit kan hebben voor beeldvorming omtrent ziekenhuizen. In zijn algemeenheid zijn verzekeraars zich zeer bewust van het belang van een goede onderbouwing van de door hen gehanteerde kwaliteitseisen en van een zorgvuldige communicatie hierover naar zowel hun verzekerden als naar de zorgaanbieders met wie zij zaken doen. De HSMR leent zich voor een signaalfunctie en kan de aanleiding vormen voor een gesprek, waarin beide partijen samen kunnen onderzoeken in hoeverre een bijzonder hoge of een bijzonder lage HSMR ontstaan is door verschillen in kwaliteit van zorg of door andere bronnen. Tegen die achtergrond ben ik ervan overtuigd dat zorgverzekeraars niet louter op basis van de gecorrigeerde sterftecijfers contracten met ziekenhuizen zullen beëindigen.
Zie het antwoord op vraag 2.
Zie het antwoord op vraag 2.
Het ligt niet in de rede dat ik mijn verantwoordelijkheid neem op de door u beschreven wijze. We hebben een aantal jaren geleden de centrale aanbodssturing van de Nederlandse gezondheidszorg vaarwel gezegd. Dit is gedaan op basis van de analyse dat centrale aanbodssturing verstarring in de hand werkt en geen of onvoldoende prikkels genereert voor kwaliteitsverbeteringen, innovatief gedrag en efficiënte zorgverlening. Daarom is er gekozen voor vraagsturing via het concept van gereguleerde concurrentie tussen zorgverzekeraars. De rol van de overheid beperkt zich tot het toezicht op de naleving van de afgesproken spelregels en het voldoen aan cruciale randvoorwaarden die bepalend zijn voor toegankelijkheid en kwaliteit (zoals normen voor spoedeisende zorg en de eisen van de Kwaliteitswet).
In het Algemeen Overleg (AO) over het Kwaliteitsinstituut heb ik reeds aangegeven dat ik de lessen die wij kunnen leren van het Zweedse model van veel waarde acht, maar dat het Zweedse systeem niet één op één over te nemen is binnen het Nederlandse zorglandschap en dat ik dat ook niet wenselijk acht, omdat in Zweden bijvoorbeeld het patiëntenperspectief niet optimaal wordt meegenomen.
Het rapport Zorg voor Waarde geeft aan dat Zweden een goede kwaliteitstransparantie heeft en dat het openbaar maken van kwaliteitsinformatie een prikkel geeft om de kwaliteit van zorg te verhogen. Ik ga ervan uit dat openbaarmaking van gegevens, zoals de HSMR, een prikkel vormt om de registratie van kwaliteit verder te verbeteren en daaruit voortvloeiend ook de kwaliteit van zorg.
Het rapport «Zorg voor Waarde» legt het Zweedse systeem van kwaliteitsregistratie en -transparantie naast het Nederlandse systeem. Dat is nuttig en daar kunnen wij veel van leren. In het AO over het Kwaliteitsinstituut hebben wij hier reeds over gesproken en in het antwoord op vraag 6 ga ik hier ook reeds op in. Ik zie geen aanleiding om hierover nog een reactie naar Uw Kamer te sturen.
De vragen van de Kamerleden Leijten en Van Gerven (beide SP) over het bericht dat sterftecijfers van ziekenhuizen onvoldoende betrouwbaar zijn (2011Z22005) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is dat afstemming met betrokkenen meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.