Ingediend | 27 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 november 2011 (na 5 dagen) |
Indieners | Attje Kuiken (PvdA), Magda Berndsen (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z21187.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-501.html |
Ik heb kennisgenomen van het bericht. De zorgen van de dateren van 2009. In dat jaar constateerde de Arbeidsinspectie, dat de politie onvoldoende deed om agressie en geweld tegen agenten te voorkomen. Naar aanleiding van de inspecties in 2009 hebben het ministerie van BZK en de Raad van Korpschefs tal van maatregelen genomen. De Arbeidsinspectie controleert nu of die effect hebben op de werkvloer. Uit dit onderzoek zal blijken of er nog steeds reden tot zorg is.
Ja. Ik heb hierover op 27 oktober 2011 naar aanleiding van een verzoek van uw Kamer op 11 oktober een brief gestuurd. Het onderzoek Veilig Politiewerk van de Politieacademie Politiewerk» bevestigt voor mij de noodzaak van het voortvarend ten uitvoer brengen het actieprogramma versterking professionele weerbaarheid waarover ik uw Kamer op 27 juni 2011 heb bericht (TK 29 628 nr. 262).
In het kader van het actieprogramma versterking professionele weerbaarheid werk ik aan een trainingsprogramma voor alle politieambtenaren die actief zijn in de frontlinie. Dit extra trainingselement zit in de initiële opleiding voor politieagenten, en in extra trainingen en vorming voor executief (zittend) personeel, zowel uitvoerenden als leidinggevenden.
Ik verwacht dat in 2014 alle politieambtenaren op de nieuwe wijze getraind kunnen zijn, maar ook na 2014 blijft dit onze aandacht vragen.
Het trainingsprogramma is een investering in de inzetbaarheid van onze agenten. Zij raken hierdoor beter toegerust voor hun taak en er zal minder uitval plaatsvinden als gevolg van mentale problematiek.
Er moet nu in deze kabinetsperiode een inhaalslag gemaakt worden, zodat iedere agent zich weer veilig en met zelfvertrouwen van zijn moeilijke maar belangrijke taak op straat kan kwijten. De tijdsinvestering voor de inhaalslag die iedere agent wordt aangeboden, bedraagt eenmalig 32 uur. Dit is een maximum, omdat ik verwacht dat een deel van deze training geïncorporeerd kan worden in het bestaande IBT-programma. Ik ben dit nog aan het uitwerken en ik zal hierover in de komende CAO-onderhandelingen met de politievakorganisaties bespreken hoe wij hiermee om zullen gaan.
Ik doe deze investering om mijn inzet waar te maken het aantal mensen, dat waarschijnlijk te kampen heeft met «verminderde mentale weerbaarheid» terug te brengen van de 20–30% die het onderzoek «De prijs die je betaalt» laat zien naar 10–15% eind 2014.2
De trainingen in het kader van het actieprogramma versterking professionele weerbaarheid zullen worden uitgevoerd binnen de nu beschikbare opleidingscapaciteit en -middelen bij de politie, door deze capaciteit en middelen efficiënter en landelijk uniform in te zetten.
Deze angst wordt beschreven in het onderzoek Veilig Politiewerk, waarover ik u in mijn brief van 27 oktober 2011 aan uw Kamer heb bericht. Een open cultuur bij de politie begint bij goed leiderschap. Voor de maatregelen die ik neem om dit te bevorderen verwijs ik naar de hiervoor genoemde brief.
Ik zie het belang van agenten in vaste combinaties. Dit vergt wel een andere wijze van inroosteren dan de huidige, waarin individuele keuzes bepalend zijn. De effecten hiervan laat ik in kaart brengen, mede met het oog op de bespreking van dit onderwerp met de politievakorganisaties. Ik merk op, dat de Arbeidstijdenwet de norm blijft.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn brief van 27 juni 2011 (TK 29 628 nr. 262).
Agenten die tijdens de uitoefening van hun werk gewond raken, moeten door hun werkgever ondersteund worden in een zo goed en spoedig mogelijk verloop van hun revalidatie. In het actieprogramma versterking professionele weerbaarheid wordt daartoe waar dat nodig is de zorglijn bij de politie versterkt.
De erkenning en ondersteuning voor deze agenten is voor mij belangrijk. Daarom werk ik in het actieprogramma versterking professionele weerbaarheid aan een «medaillebeleid». Hiermee wil ik door het uitreiken van medailles, namens de maatschappij, mijn waardering uitspreken voor het handelen van agenten in verschillende (gevaarlijke) situaties, ook die waarbij zij ernstig gewond raken.