Ingediend | 13 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 4 november 2011 (na 22 dagen) |
Indieners | Erik Ziengs (VVD), Janneke Snijder-Hazelhoff (VVD) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA) |
Onderwerpen | economie ict |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z20239.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-559.html |
In de registratie van beheerders van netten bij de Dienst voor openbare registers en het kadaster stond één recreatiebedrijf geregistreerd. Deze beheerder heeft deze registratie zelfstandig uitgevoerd en was ook al in het vrijwillige systeem van KLIC opgenomen. Na schriftelijk en telefonisch contact met dit recreatiebedrijf, waarin de wettelijke bepalingen zijn doorgenomen, is de registratie van deze beheerder beëindigd. Er is dus geen sprake van handhaving gericht op recreatiebedrijven. Het bedrag waaraan gerefereerd wordt, is de wettelijk bepaalde maximale hoogte van de bestuurlijke boete.
In de meest voorkomende situaties, waarbij sprake is van een niet-gevaarlijk netwerk in eigen, niet-openbare grond van de recreatieondernemer en het net is bedoeld voor eigen gebruik, is de desbetreffende recreatieondernemer vrijgesteld van registratie bij het kadaster en het verstrekken van inlichtingen. Voor die gevallen, waarin het netwerk in handen is van een andere partij, rust de verplichting tot het geven van inlichtingen op deze netbeheerder. Dat is ook aangegeven in de antwoorden op de vragen van 22 maart 2011 (TK, 2010–2011: 1899).
Er is een situatie waarin de recreatieondernemer op grond van de WION wel is verplicht te registreren en inlichtingen te verschaffen, en dat is het geval wanneer via een leiding van de recreatieondernemer elektriciteit of gas e.d. wordt geleverd aan huizen op het recreatieterrein, waarvan de grond en het huis in eigendom zijn van derden. In dat geval is er sprake van levering aan derden waarbij wel inlichtingen moeten worden verschaft door de netbeheerder in geval van een graafmelding.
Het is niet zo dat kleine, lokale netwerken per definitie zonder veiligheidsrisico’s zijn. Zo zijn er leidingen van gastanks die ondergronds naar huisjes lopen. Het is wel zo dat er een lager risico bestaat dan in een reguliere woonomgeving. Dit omdat het om kleine, lokale netwerken gaat, het terrein niet openbaar is waardoor de beheerder zicht heeft op eventuele graafactiviteiten, en er veelal sprake is van niet- permanente bewoning. Ik ben daarom bereid te kijken naar de proportionaliteit van de huidige WION ten opzichte van de recreatieondernemers.
Tot nu toe zijn er in de praktijk geen problemen geweest voor recreatieondernemers, zoals uit het antwoord op vraag 1 blijkt. In de WION is voorgeschreven dat vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet (inwerkingtreding was juli 2008) de minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wet naar de Staten-Generaal stuurt. Het komend jaar zal de WION al worden geëvalueerd. Daar zullen de effecten van de huidige wetgeving voor de recreatieondernemers bij worden betrokken. Tot die tijd zal er, gezien de beperkte risico’s, geen handhaving plaatsvinden waar het gaat om levering aan derden via de leidingen van de recreatieondernemer.
Zie antwoord vraag 3.