Ingediend | 11 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 27 oktober 2011 (na 16 dagen) |
Indiener | Hero Brinkman (PVV) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur waterschappen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19870.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-444.html |
Ja.
Op 23 mei 2011 is het Bestuursakkoord Water ondertekend door de bij het waterbeheer betrokken partijen. In dit bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over onder meer de taakverdeling tussen Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen, alsmede over de wijze waarop de verschillende bestuurslagen met elkaar samenwerken om de gemeenschappelijke doelen te realiseren. Van onderbrenging van de taken van de waterschappen bij de provincie is in deze afspraken geen sprake. Aangezien ook het IPO het bestuursakkoord water heeft ondertekend, verbaast de uitspraak van de voorzitter van het IPO mij niet.
In het regeerakkoord is vastgelegd dat het kabinet met een voorstel komt dat erin voorziet dat de besturen van de waterschappen door de gemeenteraden verkozen worden. Daarmee heeft het kabinet de keuze gemaakt om de waterschappen als functioneel orgaan met een gekozen bestuur te laten voortbestaan. Ook in mijn visienota «Bestuur en bestuurlijke inrichting» heb ik duidelijk gemaakt dat de waterschappen Grondwettelijk ingestelde functionele bestuursorganen blijven.
Het behoud van de huidige organisatievorm is belangrijk omdat de opgaven op het gebied van waterveiligheid omvangrijk zijn. De uitvoeringskracht van de waterschappen is van essentieel belang om voortvarend aan de slag te blijven. De waterschappen beschikken over deze uitvoeringskracht omdat zij uitsluitend het belang van goede waterstaatszorg behartigen en via hun heffingen de benodigde middelen voor hun wettelijke taken kunnen genereren, terwijl deze niet kunnen worden aangewend voor andere belangen.
In onze gedecentraliseerde eenheidsstaat beschikken de medeoverheden over autonome vrijheid. Het is daarmee niet aan mij te oordelen over welke zaken de heer Remkes zich al dan niet uitlaat, in welke van de twee hoedanigheden dan ook.