Ingediend | 5 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2011 (na 20 dagen) |
Indiener | Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19409.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-398.html |
Ja.
«Straatterreur» wordt onder andere uitgeoefend door jeugdigen die behoren tot een problematische jeugdgroep. Het kabinet zet in op het terugdringen van grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes, ongeacht afkomst. De aanpak van problematische jeugdgroepen is een prioriteit uit het regeerakkoord en één van de landelijke prioriteiten van de politie en het Openbaar Ministerie. De aanpak van overlast op straat is overigens in eerste instantie een lokale aangelegenheid. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft met de VNG in het Strategisch Beraad Veiligheid afgesproken dat de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit een gezamenlijke prioriteit is, die met inbreng van gemeenten en Rijk resulteert in een gerichte aanpak van specifieke overlastgevende en/of criminele groepen. Er is een breed scala aan maatregelen beschikbaar, variërend van justiële maatregelen, tot maatregelen op het zorgterrein, tot trajecten waar de burgemeester een rol speelt.
Zie antwoord vraag 2.
De burgemeester is als gemeentelijk bestuursorgaan over al zijn functioneren aan de raad verantwoording verschuldigd. Het is dan ook aan de raad om hem ter verantwoording te roepen. In het verlengde daarvan is het in ons bestuurlijk bestel primair aan de raad om het functioneren van de burgemeester eventueel te sanctioneren.