Ingediend | 4 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 21 november 2011 (na 48 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19293.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-699.html |
Ja.
De GG&GD Utrecht geeft aan dat zij dertig gevallen van mogelijke signalen van mensenhandel heeft gemeld bij de politie. Bij het meldpunt van de divisie Informatie van de politie Utrecht zijn vanuit de gemeente Utrecht 18 meldingen binnengekomen die betrekking hebben op het vermoeden dat er mogelijk sprake zou kunnen zijn van (een) slachtoffer(s) van mensenhandel. Dit verschil is te verklaren doordat de politie uitgaat van het aantal (door de gemeente Utrecht ingediende) meldingsformulieren. De gemeente telt het aantal prostituees dat op de meldingsformulieren wordt genoemd.
In het signaleringsoverleg met de partners worden de ingebrachte signalen besproken en wordt beoordeeld welke aanknopingspunten er zijn voor opsporing en/of hulpverlening. Als blijkt dat er sprake is van een criminele organisatie die zich in meerdere steden (regio's) met mensenhandel (en/of andere delicten) bezig houdt, werken politiekorpsen samen of wordt het onderzoek overgedragen aan de Nationale Recherche. Vanwege het opsporingsbelang kan ik niet verder in detail treden over de vraag in welke van de 18 meldingen actie is of zal worden ondernomen door politie en/of het Openbaar Ministerie en/of een van de ketenpartners (Belastingdienst, FIOD, UWV of gemeente).
Het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel neemt al jaren toe, waaronder het aantal slachtoffers van seksuele uitbuiting. Mensenhandel is dus inderdaad nog steeds een wijdverbreid probleem en om deze reden heeft het kabinet de bestrijding van mensenhandel als prioriteit benoemd. De aanpak van deze problematiek vindt onder meer plaats via de Taskforce mensenhandel en (na aanvaarding door de Eerste Kamer) met behulp van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche. Daarnaast is als concrete doelstelling geformuleerd dat het aantal aangepakte criminele organisaties aan het eind van deze kabinetsperiode moet zijn verdubbeld. Mensenhandel heeft hierbij prioriteit.
Omdat de problematiek reeds geruime tijd bekend is, en op de aanpak ervan reeds nadrukkelijk wordt ingezet, zal de Utrechtse berichtgeving niet tot een gewijzigde aanpak leiden.
Om gevallen van mensenhandel en mensensmokkel zichtbaar te maken wordt door politie en justitie nauw samengewerkt met verschillende partnes, onder wie de GG&GD. Dat gebeurt in casus- en signaleringsoverleggen in de diverse politieregio’s. Er is geen landelijke registratie, waardoor ik geen aantallen kan geven.
De GG&GD is in staat om vermoedens van of mogelijke aanwijzingen over mensenhandel te signaleren. In Utrecht worden registratiegesprekken met de prostituees door twee gespecialiseerde medewerkers gehouden. Deze medewerkers zijn ingewerkt op het onderwerp mensenhandel en signalen van dwang, onder andere met medewerking van de unit mensenhandel van de politie Utrecht. De GG&GD werkt daarbij met de lijst indicatoren mensenhandel van de politie. Op basis daarvan zijn de medewerkers in staat melding te maken van de gevallen waarin zij vermoeden dat er mogelijk sprake is van een slachtoffer van mensenhandel. De politie en het Openbaar Ministerie beoordelen vervolgens op basis van een totaal informatiebeeld of er sprake is van een concreet signaal van mensenhandel.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Arib (PvdA) van uw Kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over de aanpak van mensenhandel (ingezonden 4 oktober 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.