Ingediend | 4 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 22 november 2011 (na 49 dagen) |
Indieners | Jeroen Recourt (PvdA), Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid politie, brandweer en hulpdiensten zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19244.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-714.html |
Ja.
In de OM-handleiding Opnemen (deels) anonieme aangifte/verklaring (Kamerstukken II, vergaderjaar 2009–2010, 28 684, nr. 283) worden diverse mogelijkheden voor het doen van anonieme aangifte genoemd: domiciliekeuze (het slachtoffer krijgt de keuze een ander adres op te laten nemen dan het feitelijke huisadres), beperkt anonieme getuige (vragen naar de identiteit van de getuige worden niet toegestaan, oproeping ter terechtzitting blijft mogelijk) en bedreigde getuige (de getuige krijgt een bijzondere status, diens identiteit wordt verborgen gehouden en hij of zij heeft aanspraak op niet hoeven te verschijnen ter terechtzitting). Daarnaast kan er sprake zijn van een afgeschermde getuige: hiermee wordt uitdrukkelijk gedoeld op personen die over AIVD-informatie beschikken. Tot slot is het mogelijk te bellen met Meld Misdaad Anoniem of dat de werkgever aangifte doet.
Het gebruik van het personeelsnummer is in de OM-handleiding niet geregeld, maar ook niet uitgesloten. In bijzondere gevallen kan, na weging van de individuele omstandigheden, zoals in het geval van het Slingelandziekenhuis te Doetinchem, ervoor worden gekozen een aangifte op personeelsnummer op te nemen. Omdat de mogelijkheden voor anonieme aangifte die in de OM-handleiding worden genoemd in beginsel toereikend zijn, ben ik van mening dat terughoudend moet worden omgegaan met het toestaan van het doen van aangifte op nummer.
Ik deel deze mening. Daartoe is in de hiervoor genoemde handleiding van het OM een aantal vormen van anonimiteit geregeld en kunnen werknemers met een publieke taak, inclusief de zorg, altijd domicilie kiezen. Er zal echter steeds een zorgvuldige afweging moeten worden gemaakt tussen bescherming van slachtoffers en getuigen enerzijds en de procesbelangen van verdachten anderzijds. In het kader van hoor en wederhoor moeten verklaringen wel toetsbaar zijn. Dit is van belang om valselijke beschuldigingen te voorkomen en de feitelijke toedracht van het ten laste gelegde feit te kunnen achterhalen en vaststellen. Daarom zal er niet in alle gevallen sprake kunnen zijn van het doen van anonieme aangifte. Daarnaast biedt anonieme aangifte geen soelaas als dader en slachtoffer elkaar kennen (hetgeen bij zorgverleners regelmatig het geval is) of wanneer een getuige unieke kennis heeft en zodoende eenvoudig te identificeren is.
Bij aangifte op nummer bestaat de mogelijkheid dat de aangever tijdens het strafproces moet verschijnen en dan kan worden geïdentificeerd. In situaties waarin een reële angst voor represailles bestaat, biedt de status beperkt anonieme getuige of bedreigde getuige betere bescherming dan aangifte op nummer, omdat de getuige onherkenbaar kan blijven tijdens het strafproces.
Zoals vermeld in antwoord op vraag 2 dient bij het doen van anonieme aangifte bij voorkeur gebruik te worden gemaakt van de mogelijkheden uit de OM-handleiding. In bijzondere gevallen kan het OM aangifte op personeelsnummer toestaan. Alle arrondissementsparketten hebben de mogelijkheid om, na een weging van de omstandigheden van het geval, voor deze variant te kiezen. In die zin bestaat de mogelijkheid al landelijk. Omdat het gaat om een uitzondering op het algemene beleid wil ik echter niet van een landelijke uitrol spreken.
Zie antwoord vraag 5.
Op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht is het mogelijk om een gedrags- of zorginterventie als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke sanctie op te leggen. Dit aanbod is ook mogelijk tijdens detentie, op basis van artikel 2 lid 2 van de Penitentiaire Beginselenwet. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie koopt hiervoor ambulante behandeltrajecten gericht op agressieregulatie in bij zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg. Daarnaast beschikt de reclassering over een erkende gedragsinterventie agressieregulatie die als bijzondere voorwaarde of tijdens detentie wordt uitgevoerd.
Hierbij bericht ik u, mede namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van de leden Kuiken en Recourt (beiden PvdA ) over het anoniem aangifte doen door zorgverleners tegen geweldplegers (ingezonden 4 oktober 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.