Ingediend | 3 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 2 november 2011 (na 30 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19162.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-529.html |
Ja. Jaarlijks worden enkele tientallen verzoeken afgewezen wegens het ontbreken van een strafrestant. Een strafrestant kan om verschillende redenen ontbreken. Een daarvan is dat de (totale) WOTS-procedure meer tijd in beslag neemt dan er nog aan straf ten uitvoer te leggen valt.
Vanzelfsprekend is het wenselijk dat Nederlandse gedetineerden goed op hun terugkeer in de samenleving worden voorbereid. Dit doel wordt echter niet bereikt door WOTS-verzoeken toe te wijzen als een strafrestant ontbreekt. Reclasseringsprogramma’s ter voorbereiding op terugkeer in de samenleving worden immers vanuit detentie verzorgd. Is na overbrenging naar Nederland geen sprake meer van detentie, dan kan de genoemde voorbereiding niet worden geboden.
Een zekere behandelduur van WOTS-verzoeken valt niet te voorkomen. De wijze en duur van de behandeling behoort tot de autonomie van de betrokken landen en hangt direct samen met de wijze waarop het bestuur en de rechtsgang in een land zijn geregeld. Ook in Nederland vergt de afdoening van een WOTS-verzoek vaak de nodige tijd. Ik ben dan ook terughoudend om andere landen hierop aan te spreken.
De omzettingsprocedure geniet sinds de totstandkoming van de WOTS de voorkeur en is in de systematiek van de WOTS ook leidend. Waar mogelijk past Nederland, met instemming van uw Kamer, dan ook sinds jaar en dag deze procedure toe. Veroordeelden in een land waarmee Nederland de omzettingsprocedure toepast, kunnen in voorkomende gevallen op grond van klemmende omstandigheden worden overgebracht overeenkomstig de procedure van voortgezette tenuitvoerlegging. Van klemmende omstandigheden kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een jeugdige leeftijd, hoge ouderdom of een slechte gezondheidstoestand. Dit komt sporadisch (naar schatting minder dan tien keer per jaar) voor.
Tegen toepassing van de procedure van voortgezette tenuitvoerlegging vallen geen bezwaren te verwachten door het land van veroordeling.
De situatie in de gevangenissen van Venezuela is in het algemeen zorgwekkend. De voorzieningen zijn beperkt en de cellen zijn vaak overvol. Er vinden regelmatig schietpartijen plaats waarbij doden en gewonden vallen.
Bezoeken van de ambassade of het honorair consulaat worden regelmatig op aanwijzing van de Venezolaanse autoriteiten afgelast in verband met de veiligheid. In zulke situaties tracht de ambassade via andere kanalen contact te houden met of informatie te krijgen over de Nederlandse gedetineerden.
Het is niet juist dat het ambassadepersoneel geen gedetineerden meer mag bezoeken. Recent werd het bezoekbeleid onaangekondigd gewijzigd door de lokale autoriteiten waardoor bezoeken in de periode mei tot en met augustus geen doorgang konden vinden. De bezoeken zijn inmiddels geleidelijk hervat.
Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de Venezolaanse autoriteiten om zorg te dragen voor het welzijn van gedetineerden. Ook in Venezuela steunt Nederland gedetineerden met de gebruikelijke consulaire bijstand (gift, bezoeken, attenties). Kinderen die geboren worden in gevangenschap hebben uiteraard de aandacht van de ambassade, maar ook in die gevallen zijn de Venezolaanse autoriteiten primair verantwoordelijk, samen met de ouders van het kind.
Voor de mogelijkheden om het strafrestant in Nederland uit te zitten verwijs ik naar mijn antwoorden op de voorgaande vragen. Indien een veroordeelde niet voldoet aan de criteria om voor overbrenging in aanmerking te komen, kan worden bezien of daarop een uitzondering mogelijk is. Het betreft hier een individuele en geen categorale toetsing.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de WOTS procedure en de voortgezette tenuitvoerlegging (ingezonden 3 oktober 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.