Ingediend | 28 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 december 2011 (na 64 dagen) |
Indieners | Jhim van Bemmel (PVV), André Elissen (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie ondernemen recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z18826.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-824.html |
Ja.
Uit publieke statements van T-Mobile en ING blijkt dat ING en de Nederlandse telecomaanbieders onderling afspraken hebben gemaakt. Deze zien erop dat indien een klant met behoud van hetzelfde mobiele nummer van simkaart wisselt, het mobiele nummer en het tijdstip van de simwissel worden verstrekt aan ING. Door deze afspraken kan identiteitsfraude via mobiele telefoons worden voorkomen. Of deze gegevensuitwisseling geoorloofd is, is niet aan mij, maar aan het College bescherming persoonsgegevens.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij gemeld dat de OPTA naar zijn weten geen onderzoek heeft gedaan naar de door GeenStijl beschreven praktijk. De OPTA is overigens belast met het toezicht op de Telecommunicatiewet. In de onderhavige casus, waar kennelijk een verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt met het doel simwissels te identificeren en zodoende de betreffende gebruikers tegen fraude te beschermen, is met name de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. Het toezicht op de naleving van deze wet wordt uitgevoerd door het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Of het CBP onderzoek doet of gaat doen naar de onderhavige praktijk is mij niet bekend, aangezien het CBP een onafhankelijke toezichthouder is die geen mededelingen doet over lopende of voorgenomen onderzoeken.
Zie antwoord vraag 3.
Ik heb geen (totaal)overzicht van de uitwisseling van consumentgegevens door bedrijven. Wanneer persoonsgegevens worden verwerkt is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. Conform de WBP dient de betrokkene (vooraf) te worden geïnformeerd over (het doel van) de verwerking van diens persoonsgegevens (artikel 33 en 34). Bovendien dient dergelijke verwerking niet onverenigbaar te zijn met het doel waarvoor de persoonsgegevens zijn verkregen.
Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat de schriftelijke vragen van de leden Van Bemmel en Elissen (beiden PVV ) over het bericht «ING hackt telefoons van klanten» (ingezonden 28 september 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.