Ingediend | 23 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 10 november 2011 (na 48 dagen) |
Indieners | Wassila Hachchi (D66), Pia Dijkstra (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | defensie internationaal recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z18425.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-629.html |
Ik ben van mening dat de betrokken militairen op een passende wijze hebben deelgenomen aan de Canal Parade. Defensie heeft militairen sinds 2009 toestemming gegeven om in uniform deel te nemen aan deze manifestatie en dit blijft zo. Ook zijn militairen in uniform aanwezig bij de jaarlijkse Roze Zaterdag.
Ik heb kennisgenomen van het artikel in het blad Carré van de Nederlandse Officieren Vereniging (NOV). Defensie draagt geen verantwoordelijkheid voor dit blad en het artikel komt dan ook voor rekening van de redactie. Ik zie geen aanleiding hierover met de NOV contact op te nemen. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Zie antwoord vraag 1.
Iedereen bij Defensie moet kunnen werken zonder zich bedreigd of gediscrimineerd te voelen. Met interne en externe communicatie bevordert Defensie het beeld dat de acceptatie van homoseksualiteit binnen Defensie vanzelfsprekend is. Ook wordt in opleidingen aan dit thema aandacht besteed. In de brief van 9 februari 2011 (Kamerstuk 32 500 X, nr. 84) heb ik uiteengezet dat het Actieplan diversiteit weliswaar wordt beëindigd, maar dat de maatregelen die betrekking hebben op mensen met een andere seksuele geaardheid grotendeels worden gehandhaafd.
Zie antwoord vraag 1.