Ingediend | 19 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 27 september 2011 (na 8 dagen) |
Indieners | Ed Groot (PvdA), Pierre Heijnen (PvdA) |
Beantwoord door | Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur criminaliteit openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17957.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-33.html |
Ja.
Ten aanzien van de fraude bij toeslagen was eind 2010 sprake van een eerste fraudezaak die zodanig van omvang was dat ze voor strafrechtelijke vervolging in aanmerking kwam. Hierbij waren ongeveer 200 slachtoffers betrokken met een fraudebedrag van ca. € 1 miljoen. Hiervan kon € 0,7 miljoen worden tegengehouden. In 2011 gaat het tot nu toe om enkele grote strafzaken waarbij ongeveer 2 500 slachtoffers betrokken zijn. Van een potentieel fraudebedrag van ca. € 3 miljoen kon de uitbetaling van € 2,2 miljoen worden tegengehouden. Het gaat hier om zaken waarbij de slachtoffers niet wisten dat er met hun gegevens gefraudeerd werd.
Daarnaast zijn er ook kleinere gevallen van fraude waarbij de schade beneden de aanmeldgrens voor strafrechtelijke vervolging (€ 10 000) blijft. Concrete cijfermatige informatie daarover is niet beschikbaar, aangezien fraudegevallen die bestuurlijk worden afgehandeld niet worden onderverdeeld naar fraudesoort.
In de Fiscale Agenda2 en in de 8e halfjaarsrapportage Belastingdienst3 heeft de staatssecretaris van Financiën aangegeven welke maatregelen de Belastingdienst heeft genomen en welke maatregelen de Belastingdienst voor de nabije toekomst voorbereidt om de fraude te voorkomen en te bestrijden. De aanleiding voor deze maatregelen was het feit dat de Belastingdienst in 2010 signalen kreeg van fraude.
Zoals de staatssecretaris van Financiën in zijn brief van 15 september 2011 heeft aangegeven, zijn er gedurende 2011 twee specifieke maatregelen gerealiseerd die de fraude, zoals gemeld in het NRC-artikel, tegen moeten gaan. Het gaat om het onmogelijk maken van het doen van aanvragen bij de Belastingdienst voor een ander en om het schriftelijk bevestigen van een wijziging van een rekeningnummer.
In eerste instantie zijn deze maatregelen getroffen bij de kinderopvangtoeslag en bij de verzoeken tot wijziging van rekeningnummers die op papier worden ingediend. Vanaf 15 augustus 2011 zijn de maatregelen van toepassing op alle toeslagen en geldt dat alle verzoeken (op papier of digitaal) van het wijzigen van een rekeningnummer door de burger schriftelijk bevestigd moet worden.
Vanuit dienstverleningsoptiek is het inderdaad mogelijk geweest om voor een ander een aanvraag of wijziging van een toeslag van een ander door te geven aan de Belastingdienst. De Belastingdienst had het proces zo ingericht, dat er niet werd gevraagd werd naar de DigiD van de rechthebbende. Zonder deze mogelijkheid was het, vanaf het begin van toeslagen, niet mogelijk geweest om hulpbehoevenden door derden te laten helpen bij het aanvragen of wijzigen van toeslagen. Tot het einde van 2010 waren er geen signalen dat er hier veel fraude mee werd gepleegd. Vanaf het eind van 2010 is dat beeld veranderd.
Daarom is het nu niet meer mogelijk om namens een ander aanvragen of wijzigingen van toeslagen door te geven.
De Belastingdienst heeft het proces inmiddels zo ingericht dat de indiener van de aanvraag voortaan alleen voor zichzelf – met zijn eigen DigiD – een aanvraag kan doen.
Gedupeerden krijgen van de Belastingdienst een brief waarin wordt aangegeven dat zij slachtoffers zijn van een fraude. In de brief wordt verder aangegeven wat dit voor hen betekent. Voor gedupeerden die geen recht op toeslag hebben, worden de onterecht uitgekeerde toeslagen kwijtgescholden. Deze bedragen worden verhaald op de fraudeur.
Gedupeerden die wel recht op een toeslag hadden, maar die de toeslag als gevolg van de fraude niet hebben gekregen, krijgen dit alsnog.
Ten aanzien van de thans lopende zaken geldt dat er een strafrechtelijk onderzoek loopt, daarom kan ik niet concreet op deze zaken ingaan.
Daarnaast geldt dat – zoals ik hiervoor heb aangegeven – de Belastingdienst ten aanzien van fraude met toeslagen de nodige maatregelen heeft getroffen. Dit wil evenwel niet zeggen dat er geen fraudegevallen meer aan het licht zullen komen. Fraudeurs zullen immers blijven zoeken naar fraudemogelijkheden.
Daarom heeft de Belastingdienst de antifraude box opgericht, die Belastingdienstbreed analyses maakt en daarop gerichte acties initieert en bewaakt. Daarnaast besteedt ook de FIOD meer capaciteit aan het actief opsporen en bestrijden van fraude. Tenslotte zal eind dit jaar een interdepartementale werkgroep rapporteren over hoe de fraudeaanpak verder geïntensiveerd kan worden. Op basis daarvan zal het kabinet dan met voorstellen komen.