Ingediend | 16 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2011 (na 39 dagen) |
Indiener | Wassila Hachchi (D66) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17861.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-393.html |
Ik betreur het relatief hoge aantal bestuurswisselingen op Bonaire. Dat komt in het algemeen de bestuurlijke stabiliteit niet ten goede. Ik hoop op meer bestendigheid voor de toekomst.
Mij is gebleken dat ter vergadering van de eilandsraad van Bonaire op 12 september jl. afscheid is genomen van een lid van de eilandsraad; tevens werd een nieuw lid van de eilandsraad toegelaten en beëdigd. Daaropvolgend hebben twee van de drie leden van het bestuurscollege in diezelfde vergadering hun ontslagbrief ingediend. Een derde lid van het bestuurscollege had dat reeds eerder gedaan. Na beraadslaging in twee ronden nog steeds in diezelfde vergadering werden de nieuwe gedeputeerden benoemd en beëdigd.
Mij is bekend dat een lid van de eilandsraad bezwaar had gemaakt omdat de omstandigheid dat een ander lid van de eilandsraad per brief het vertrouwen in het zittende bestuurscollege had opgezegd als zodanig niet op de agenda stond. Met de agendapunten «Afscheid en toetreden van een raadslid» en «Afscheid en verkiezing van leden van het bestuurscollege» zou op zaken vooruit worden gelopen. Na beraadslaging hierover heeft de eilandsraad echter met de voorliggende agenda ingestemd.
Tevens is mij bekend dat er bezwaren zijn geuit tegen de omstandigheid dat een benoemd lid van het bestuurscollege eerst op 27 september 2011 de benoeming heeft aanvaard, dus na afloop van de termijn genoemd in artikel 45 van de Wolbes. Daarover merk ik het volgende op.
Artikel 45 van de Wolbes schrijft voor dat een benoemde eilandgedeputeerde uiterlijk op de tiende dag na de kennisgeving van zijn benoeming meedeelt of hij de benoeming aanneemt. Indien deze termijn verstrijkt zonder mededeling, wordt de benoemde eilandgedeputeerde geacht de benoeming niet aan te nemen. Kennisgeving van benoeming en aanvaarding zijn dus elementen die aan de beëdiging vooraf moeten gaan. Niet is voorgeschreven op welke wijze kennisgeving en aanvaarding dienen te geschieden maar in het algemeen verdient het uit een oogpunt van kenbaarheid de voorkeur dat dat schriftelijk en uiteraard tijdig geschied. Uit de omstandigheid dat benoeming en beëdiging in een en dezelfde vergadering hebben plaatsgevonden blijkt materieel genoegzaam dat betrokkenen van de benoeming kennis hebben genomen en die benoeming ook hebben aanvaard. De eilandsraad is de instantie die over deze benoemingen gaat en ik zie in dit geval geen aanleiding om nader in deze aangelegenheid te treden.
Zie antwoord vraag 2.
Uiteraard verdient het aanbeveling dat personen in openbare functies van onbesproken gedrag zijn. Dit dient een aandachtspunt te zijn bij de benoeming van leden van het bestuurscollege door de eilandsraad. De eilandsraad kan hier zeker een beleidslijn in vaststellen. Zolang kandidaten voldoen aan de formele vereisten van de Wolbes zoals onder meer neergelegd in artikel 39 j°. 11 van de Wolbes is er geen formeel beletsel voor benoeming.