Ingediend | 14 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 28 oktober 2011 (na 44 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17640.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-467.html |
Ja.
De Volkskrant beschrijft dat hiervan melding is gemaakt door respectievelijk een vader van een autistische zoon en een zorgkantoor. Mijn departement is bekend met deze melding en onderhoudt contact met het betreffende zorgkantoor om te bezien welke vorderingen zij maken in het ingestelde onderzoek naar deze zaak. Dat onderzoek loopt momenteel nog.
De mededeling dat het zorgkantoor alleen de budgethouder controleert en niet de rekeningen van de aanbieder klopt gedeeltelijk. Het is inderdaad zo dat primair de budgethouder zijn rekeningen moet controleren. Hij, en niet het zorgkantoor, is tenslotte een relatie met zijn zorgverlener(s) aangegaan. Vervolgens controleert het zorgkantoor of het pgb door de budgethouder is besteed aan verzekerde zorg aan de hand van de verantwoordingsformulieren die de budgethouders indienen. Mocht het zorgkantoor daartoe aanleiding zien, dan voert het intensieve controles uit waarbij alle contracten en rekeningen worden opgevraagd en gecontroleerd, dus ook de rekeningen van de zorgaanbieders. In het onderzoek dat loopt, gebeurt dit ook.
Die constatering deel ik niet. Zorgkantoren hebben geen financiële prikkel, in de zin dat zij het geld dat zij terughalen door hun fraudeonderzoeken niet zelf mogen houden. Echter, mijns inziens is geld geen doorslaggevende prikkel om activiteiten te ondernemen om fraude op te sporen. Zorgkantoren hebben een maatschappelijke functie en het bestrijden van fraude is daar een onlosmakelijk onderdeel van. Zorgkantoren ontvangen daarvoor ook beheerskosten.
Wel is mij bekend dat het vaak voor zorgkantoren heel lastig is om zorgaanbieders goed te kunnen controleren en eventuele misstanden te bewijzen en succesvol door te geleiden naar een civielrechtelijke, bestuursrechterlijke of strafrechtelijke aanpak. Dit is één van de redenen waarom mijn ministerie de regiegroep verbetering zorgfraudebestrijding heeft ingesteld. Deze regiegroep werkt aan het wegnemen van knelpunten en het verbeteren van de zorgfraudebestrijding. Het voorkomen en aanpakken van fraude met het persoonsgebonden budget staat hoog op de agenda van deze regiegroep.
Volgens informatie van Zorgverzekeraars Nederland laten de inspanningen van zorgkantoren bij fraudeonderzoek naar pgb-fraude in de jaren 2008, 2009 en 2010 het volgende beeld zien. In deze drie jaar zijn er bijna 480 fraudemeldingen onderzocht en kon in 103 gevallen werkelijk fraude worden vastgesteld. Het hiermee gemoeide bedrag was in totaal 6,3 miljoen euro. Dit fraudebedrag is teruggehaald bij budgethouders (1,3 miljoen), zorgverleners (3 miljoen) en bemiddelingsbureaus (2 miljoen).
In mijn programmabrief langdurige zorg die ik op 1 juni j.l. naar uw Kamer heb gestuurd (TK, vergaderjaar 2010–2011, 30 597, nr. 186) heb ik aangegeven hoe ik fraude en misbruik met pgb-gelden ga terugdringen. Daartoe heb ik een set maatregelen aangekondigd die momenteel worden geïmplementeerd. Deze maatregelen kunnen rekenen op een breed draagvlak. De maatregelen richten zich op het voorkomen van fraude, het beter opsporen ervan en op het aanpakken van malafide bemiddelingsbureaus. De maatregelen leiden ertoe dat de controle op pgb-misbruik door de zorgkantoren verbetert.
Ik vind net als u dat fraude en oneigenlijk gebruik van pgb-gelden stevig moet worden aangepakt. De aanpak van fraude alleen biedt echter geen voldoende soelaas voor de zeer forse financiële problemen waarvoor dit kabinet zich geplaatst ziet bij een ongewijzigd pgb-beleid. Voor het realiseren van een solide pgb kiest het kabinet voor een meersporenbeleid, bestaande uit zowel de aanpak van fraude als het aanscherpen van de toegang tot het pgb.