Ingediend | 14 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2011 (na 14 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17634.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-145.html |
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht en herinner mij de vragen.
Ik vind het absoluut onwenselijk dat veroordeelde pedoseksuelen met kinderen in een afhankelijkheidssituatie werken.
Door de betrokken organisatie is de heer E.V. niet gevraagd een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te overleggen voor de functie van vrijwilliger. Indien deze wel zou zijn aangevraagd, zou de VOG zonder twijfel zijn geweigerd. Twee andere door de heer V. ingediende aanvragen zijn ook daadwerkelijk geweigerd.
De organisatie kan de beoogde vrijwilliger vragen een VOG te overleggen. Een veroordeelde pedoseksueel zou voor een functie als vrijwilliger in de omgang met kinderen geen VOG hebben gekregen. Krijgt de vrijwilliger geen VOG dan zou de organisatie hem niet moeten laten functioneren binnen haar organisatie.
In de antwoorden op de vragen van de leden De Roon, Brinkman en Van der Vlies2 heeft de toenmalig minister van Justitie al aangegeven geen wettelijke regeling voorhanden te hebben waar een dergelijke verplichting logischerwijs onder zou kunnen vallen. Deze situatie is thans niet anders. Voorts ben ik net als de toenmalig minister van Justitie van mening dat met een dergelijke wettelijke maatregel de verantwoordelijkheid in volle omvang zou verschuiven naar de overheid, terwijl die juist primair hoort te (blijven) liggen bij de organisaties die activiteiten voor kinderen organiseren.
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 22 september 20113 zal ik samen met mijn ambtgenoot van VWS de op- en inrichting van een tuchtcollege voor de vrijwilligerssector en het gebruik van een referentielijst faciliteren. Op een referentielijst komen personen die de gedragsregels hebben overtreden en hiervoor tuchtrechtelijk zijn gesanctioneerd. Doel hiervan is om te voorkomen dat zij bij een (andere) vrijwilligersorganisatie aan de slag kunnen gaan. Toepassing van deze systematiek en overige binnen het project «In veilige handen» ontwikkelde tools voor vrijwilligersorganisaties – naast de VOG – zullen het vrijwilligersorganisaties makkelijker maken om zedendelinquenten te weren.