Ingediend | 12 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 4 november 2011 (na 53 dagen) |
Indiener | Pia Dijkstra (D66) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17410.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-569.html |
Ik deel de mening van de Europese Commissaris voor Gezondheid en Consumentenbescherming dat niet iemands geaardheid, maar seksueel risicogedrag het criterium voor bloeddonatie moet zijn.
Nee, ik deel die mening vooralsnog niet. Ik ben van mening dat iedereen die bloed wil doneren waardering verdient. De enige reden om mensen te weigeren als bloeddonor is als de veiligheid voor de ontvanger niet gegarandeerd is. Het Handvest van de grondrechten van de EU bepaalt dat personen niet op grond van hun geaardheid levenslang mogen worden uitgesloten van het bloeddonorschap. In Nederland worden personen ook niet op grond van hun geaardheid levenslang uitgesloten van het bloeddonorschap, maar op grond van het hebben van risicovol seksueel gedrag. Dat gedrag leidt tot onveiligheid voor de ontvangers van bloedproducten en dat is het enige waar het mij om gaat.
Verschillende vormen van risicovol seksueel gedrag leiden op dit moment in Nederland tot levenslange uitsluiting van het bloeddonorschap. Een categorie van risicovol seksueel gedrag betreft de groep mannen die seks hebben gehad met andere mannen (hierna aangeduid met de afkorting MSM). Ook hier gaat het mij uitsluitend om het waarborgen van de veiligheid van de ontvangers van bloedproducten.
Nee, dat vind ik niet. Zoals ik in antwoorden op recente Kamervragen van het Kamerlid Arib over bloeddonatie door homoseksuelen heb aangegeven, kunnen de regels rondom bloeddonatie van MSM worden aangepast, als blijkt dat de veiligheid van ontvangers van bloedproducten gewaarborgd is. Mijn oordeel over die veiligheid wil ik mede laten afhangen van de bevindingen van de Raad van Europa (RvE). Daarnaast heb ik Sanquin gevraagd te onderzoeken in hoeverre de in Engeland ingevoerde donorselectiecriteria ook zouden kunnen gelden voor de Nederlandse situatie. Op basis van de resolutie van de RvE en alle andere relevante ontwikkelingen zal ik samen met Sanquin bezien of het beleid met betrekking tot de donorselectiecriteria van donors met risicogedrag kan worden gewijzigd.
Begin augustus hebben ambtenaren van mijn ministerie en van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gesproken met Sanquin over de op dit moment gehanteerde donorselectiecriteria bij donors met risicogedrag, in het bijzonder MSM. Tijdens dit verkennende gesprek is op open wijze met elkaar van gedachten gewisseld over alle relevante ontwikkelingen op dit terrein. Een vervolggesprek zal plaatsvinden nadat de resolutie van de RvE is vastgesteld. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 zal ik op basis van de resolutie van de RvE en andere relevante ontwikkelingen samen met Sanquin bezien of het beleid met betrekking tot de donorselectiecriteria van donors met risicogedrag kan worden gewijzigd.
De vragen van de Kamerleden Arib (PvDA) en Dijkstra (D66) over het uitsluiten van homo’s voor bloeddonatie kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is dat er meer tijd nodig blijkt te zijn om de antwoorden af te stemmen met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ik zal u eind oktober de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.