Ingediend | 9 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 26 september 2011 (na 17 dagen) |
Indieners | Lilian Helder (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17314.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-107.html |
Ja.
Iedere mishandeling is onaanvaardbaar.
Anders dan de berichtgeving in de media wellicht doet vermoeden, is de Richtlijn voor strafvordering mishandeling van het Openbaar Ministerie niet op de onderhavige zaak van toepassing. Het betreft hier een diefstal met geweld op de openbare weg in vereniging gepleegd. Dat is een zwaar misdrijf, waarbij artikel 312, lid 2 sub 1 en 2 van het Wetboek van Strafrecht ten laste wordt gelegd. Het Openbaar Ministerie heeft geen strafvorderingsrichtlijn voor dit soort zaken, omdat het formuleren van de strafeis maatwerk is, waarbij de officier van justitie rekening zal houden met alle omstandigheden van het geval. In de door u aangehaalde casus kan zodoende ook de omstandigheid dat het slachtoffer in een rolstoel zit een passend gewicht krijgen bij het formuleren van de strafeis.
Een straatroof als de onderhavige wordt aangebracht bij de meervoudige kamer van de rechtbank. Omdat het een feit is waarop maximaal twaalf jaar gevangenisstraf staat, wordt in de regel voorlopige hechtenis gevorderd, zodat de daders in afwachting van hun vonnis gedetineerd blijven.