Ingediend | 9 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 september 2011 (na 6 dagen) |
Indieners | Manja Smits , Metin Çelik (PvdA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17310.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3651.html |
In mijn brief van 26 april 2011 (Tweede Kamer 31 293 nr. 100) heb ik u geïnformeerd over de financiële positie van het primair onderwijs. In mijn brief heb ik aangegeven dat de verstrekte informatie en de analyses zijn gebaseerd op gegevens uit de jaarrekeningen van de schoolbesturen tot en met 2009, omdat de jaarrekeningen over 2010 in de tweede helft van 2011 beschikbaar zouden komen. U bent geïnformeerd op basis van de meest recente informatie die in april 2011 beschikbaar was.
Sinds 2009 zijn kosten gestegen en zijn er ook bezuinigingen doorgevoerd. Dat laatste was nodig in verband met de moeilijke economische omstandigheden. Het materieel budget is geïndexeerd voor prijsstijgingen en er is ook op andere wijze geïnvesteerd in onderwijs, bijvoorbeeld in taal en rekenen en in moderne ventilatiesystemen. Per saldo is er sprake van meer geld per leerling.
Het onderzoek van IOO is de wettelijk voorgeschreven vijfjaarlijkse evaluatie van de bekostiging voor materiële instandhouding. Uiteraard hebben zich na 2009 opnieuw prijsontwikkelingen voorgedaan en kunnen de uitgaven van schoolbesturen zijn veranderd. Het is aan de schoolbesturen om met de beschikbare middelen te zorgen voor goed onderwijs. De schoolbesturen kunnen de prijsontwikkelingen direct volgen en zij kunnen de uitgaven beheersen.
Het is juist dat de informatie over de financiële positie van de schoolbesturen niet actueel is. De jaarrekeningen over 2010 zijn net binnen en nieuwe informatie (over 2011) komt pas in de tweede helft van 2012.
Scholen hebben op grond van de WPO 6 maanden de tijd om hun jaarrekeningen in orde te maken. De 1 200 schoolbesturen van 7 500 scholen in het primair onderwijs leveren de papieren versie van hun jaarrekening en accountantsverklaring jaarlijks voor 1 juli aan bij DUO. Tegelijkertijd vullen zij de jaarrekeningcijfers in op digitale formulieren die door DUO beschikbaar worden gesteld. Op basis van de door DUO gevalideerde digitale formulieren kan de Inspectie van het Onderwijs aan de slag met het risicogericht toezicht. De gevalideerde digitale formulieren vormen ook de basis voor diverse informatieleveringen onder meer aan het CBS. De validatie van de digitale formulieren is nodig omdat de digitale formulieren geen onderdeel zijn van de accountantscontrole. DUO heeft voor de verwerking en validatie van alle jaarrekeningen uit de hele onderwijssector 3 tot 4 maanden nodig. In december kan ik u de rapportage over de jaarcijfers toezenden.