Ingediend | 8 september 2011 |
---|---|
Beantwoord | 18 oktober 2011 (na 40 dagen) |
Indiener | Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur economie ict openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z17181.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-332.html |
Ja.
Uit de context van deze passage in het interview valt af te leiden dat de uitspraak van de geïnterviewde betrekking heeft op de ideeën die hij heeft over de mogelijkheden die politie en justitie ten dienste zouden moeten staan bij de aanpak van cybercriminelen. In het bijzonder pleit hij voor meer armslag in de (wettelijke) opsporingsbevoegdheden ten aanzien van het betreden van computers op afstand en het opereren over de landsgrenzen. Deze wens is overigens ook door het OM geuit.
De uitspraken van de geïnterviewde moeten ook tegen de bovengenoemde achtergrond worden gelezen. In individuele opsporingsonderzoeken waarin gebruik werd gemaakt van de diensten van het bedrijf van de geïnterviewde is uiteraard geen sprake geweest van enige sturing op de loop van het onderzoek. Dat het bedrijf vormen van expertise commercieel exploiteert heeft in deze onderzoeken niet op gespannen voet gestaan met de belangen van de opsporing en vervolging.
Bij de bestrijding van high tech crime is soms behoefte aan een zeer specifiek (niche) specialisme waarvan het niet rendabel is dat deze binnen de opsporingsteams wordt onderhouden. In gevallen waarin dergelijke expertise vereist is, is de inhuur van externe expertise veelal een kostenefficiënte oplossing. Het aantal partijen dat beschikt over de vereiste expertise is beperkt. Een afhankelijkheidsrelatie is natuurlijk onwenselijk. De ingehuurde specialisten worden binnen opsporingsonderzoeken steeds actief begeleid door opsporingsambtenaren met kennis van zaken. Daarnaast worden de tactische beslissingen binnen een opsporingsonderzoek uitsluitend door de politie en het OM genomen.
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Hennis-Plasschaert (VVD) over de inhuur van externe expertise (ingezonden 8 september 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.