Ingediend | 31 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 14 september 2011 (na 14 dagen) |
Indiener | Alexander Pechtold (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16653.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3642.html |
Zoals gesteld in mijn brief van 2 september jl. (met kenmerk DAM-546/11), heeft het kabinet zich in EU-verband voortdurend ingespannen voor zo breed mogelijke sancties tegen het Syrische regime en zich uitgesproken tegen standpunten die zulke sancties stagneren of blokkeren. Hierbij is voor het kabinet van belang dat deze sancties het regime raken, maar de bevolking ontzien. Kernelement van de sancties is een verbod op de import van ruwe olie en olieproducten vanuit Syrië.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
De Nederlandse overheid, waaronder het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, spreekt regelmatig op zowel ambtelijk als politiek niveau met het Nederlandse bedrijfsleven, waaronder Shell, ook over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarbij zijn de nieuwe OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen leidend. De contacten met Shell zijn de afgelopen weken geïntensiveerd en vooral toegespitst op de verslechterde situatie in Syrië en de mogelijk te nemen stappen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 1.