Ingediend | 23 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 4 oktober 2011 (na 42 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16319.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-194-n1.html |
Ja.
Betrokkene wordt sinds 2001 in een forensisch psychiatrisch centrum (fpc) behandeld voor een psychiatrische stoornis. Met het fpc is destijds afgesproken dat betrokkene als een tbs-patiënt zou worden bejegend, dus inclusief – op termijn – de mogelijkheid van verlof. Destijds waren er in het verlofbeleid geen bijzondere bepalingen ten aanzien van levenslanggestraften, die immers in beginsel alleen door gratieverlening in de maatschappij kunnen terugkeren.
In 2005 en 2007 is het verlofbeleid voor levenslanggestraften aangescherpt. Daardoor is verlof voor levenslanggestraften thans niet meer mogelijk, met een uitzondering voor incidenteel beveiligd verlof van humanitaire aard. Als gevolg hiervan is ook de verlofmachtiging voor het begeleid verlof van betrokkene destijds ingetrokken. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) oordeelde een beroepschrift van betrokkene tegen deze beslissing echter gegrond. Omdat het niet mogelijk is om tegen een uitspraak van de RSJ in hoger beroep te gaan, kan betrokkene als enige levenslanggestrafte in Nederland aanspraak maken op begeleid verlof.
Namens de Staat heeft de Landsadvocaat in kort geding, dat op 24 augustus diende, betoogd dat betrokkene geen recht heeft op een machtiging voor onbegeleid verlof. Zonder uitzicht op gratie is terugkeer naar de samenleving immers niet aan de orde. Op 9 september jl. heeft de Rechtbank te Den Haag uitspraak gedaan. De vordering van betrokkene – kortweg – inhoudende dat de Staatssecretaris een machtiging tot onbegeleid verlof zou afgeven, is afgewezen. Dat betekent dat betrokkene geen onbegeleid verlof krijgt.
Zie ook de antwoorden op de schriftelijke vragen van uw Kamer met de nummers 2009Z15192, 2009Z15194, 2010Z10886 en 2010Z10891.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het krantenartikel «Zesvoudig moordenaar eist verlof» (ingezonden 23 augustus 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.