Ingediend | 17 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2011 (na 69 dagen) |
Indieners | Gerard Schouw (D66), Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16149.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-389.html |
Ja.
Ik kan niet uit eigen gegevens bevestigen dat de inzageverplichting door bedrijven op grote schaal niet wordt nageleefd. Uiteraard acht ik het onwenselijk als bedrijven hun wettelijke plicht om inzage te geven niet naleven.
Het CBP heeft in 2007 doelbewust gekozen voor een strategie die primair gericht is op handhaving op die gebieden waar sprake is van ernstige overtredingen van de privacywetgeving die grote groepen burgers raken. Indien sprake is van ernstige overtredingen van het recht op inzage die ook voldoen aan de andere criteria van het CBP, kan het CBP besluiten hiertegen op te treden. Het CBP biedt daarnaast algemene voorlichting via zijn websites en via het telefonisch spreekuur dat burgers elke werkdag kunnen bellen. Het CBP is een onafhankelijke toezichthouder.
Zie antwoord vraag 3.
Het kabinet is, zoals aangekondigd bij brief van 29 april 2011 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 32 761, nr. 1), voornemens om het CBP de bevoegdheid te geven bestuurlijke boetes op te leggen. Ten aanzien van welke bepalingen uit de Wbp de bestuurlijke boete kan worden opgelegd moet nog worden bepaald.
Het CBP is een onafhankelijke toezichthouder. Het past mij daarom niet om uitspraken te doen over wat het CBP wel of niet zou moeten doen in het kader van zijn toezichthoudende taak.
Bemiddeling is niet het enige instrument dat het CBP ter beschikking staat. Het CBP stelt prioriteiten met het oog op de beschikbare middelen en maakt zelfstandig een afweging bij het bepalen van de inzet van handhavingsinstrumenten. De inzet van handhavingsinstrumenten door het CBP hangt mede af van de omstandigheden van het geval, waaronder de inhoud en de strekking van de overtreden norm en de daarbij betrokken belangen. Het oordeel van het CBP zal overigens meer gewicht krijgen indien de boetebevoegdheid die het kabinet voornemens is het te geven, in werking is getreden.
Hierbij bericht ik dat de schriftelijke vragen van de leden Verhoeven en Schouw (beiden D66) over bedrijven die de privacy schenden (ingezonden 17 augustus 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.