Ingediend | 15 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 14 september 2011 (na 30 dagen) |
Indieners | Sjoera Dikkers (PvdA), Wassila Hachchi (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16095.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3637.html |
De teruggang in het OS-budget dwingt tot het maken van keuzes. Gezien de stand van de tot nu toe in het kader van SBOS aangegane verplichtingen – € 27 mln tot en met 2014 – en met de inzet van de stevig vernieuwde NCDO wordt er, ondanks de bezuiniging, substantieel invulling gegeven aan de bevordering van burgerschap in relatie tot internationale samenwerking.
Bij de publicatie van het SBOS-beleidskader in 2010 was een bedrag per jaar voorzien van € 19 mln op kasbasis, voor zowel de subsidiefaciliteit als het beheer van het programma. Voor 2011 is dit bedrag teruggebracht tot € 13 mln en voor 2012 tot € 6 mln.Hierin is het amendement El Fassed 32 500 V nr. 68 verwerkt. De bezuinigingen voor deze jaren bedragen dus resp. € 6 mln en € 13 mln. Tot op heden zijn er aanvragen gehonoreerd tot een bedrag van € 27 mln. Deze zullen in de jaren 2011 t/m 2015 tot betaling leiden. Met het consortium dat de SBOS-regeling uitvoert is overleg gaande over bijstelling van het contract. Opschorting van SBOS betekent immers minder werk voor wat betreft uitvoering en beheer. Over de hiermee gemoeide bedragen is er nog geen duidelijkheid en kan ik u nu niet nader informeren.
Naar mijn oordeel is er geen sprake van «een grote beleidswijziging». Er blijft substantiële steun beschikbaar voor de bevordering van burgerschap in relatie tot internationale samenwerking. De verwijzing naar de Focusbrief gold het algemene kader van enerzijds nieuwe beleidsprioriteiten, en anderzijds de door te voeren bezuinigingen.
Vanwege het effect en de kwaliteit van programma’s en projecten die worden beoogd, stelt het SBOS-programma inderdaad aan aanvragen hoge eisen. Garanties voor een succesvolle aanvraag zijn er echter niet. Ik kan me voorstellen dat de opschorting voor organisaties die van plan waren een aanvraag in te dienen als teleurstellend wordt ervaren.
Voor mijn overwegingen voor dit besluit verwijs ik naar mijn antwoorden op de vragen 1 en 3.
Ik hecht veel waarde aan maatschappelijke betrokkenheid bij internationale samenwerking en actief burgerschap. Veel zaken die een direct Nederlands belang raken, hebben een internationale dimensie. Burgers moeten zelf weloverwogen keuzes kunnen maken. Dat kan niet zonder een publiek bewustzijn over armoede en ontwikkeling in de wereld en het belang van Nederland om op deze terreinen actief te zijn. Het kan evenmin zonder een geïnformeerd publiek debat over deze vraagstukken en over beleidskeuzes die ermee samenhangen. De overheid heeft hierbij een voorwaarden scheppende en waar nodig en mogelijk een katalyserende rol. Dit wordt ingevuld door kennis en advies ter beschikking te stellen (via de vernieuwde NCDO) en door financiële ondersteuning (via SBOS), alsmede door communicatie over het ontwikkelingsbeleid. Begrip in de samenleving voor het belang van internationale samenwerking is verder gediend met het tonen van effecten en resultaten, de manier hoe die (kunnen) worden bereikt en hoe burgers daar zelf aan kunnen bijdragen.
Het alsnog openstellen van deze ronde is niet aan de orde omdat de budgettaire ruimte daarvoor ontbreekt.