Ingediend | 5 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 21 september 2011 (na 47 dagen) |
Indiener | Coşkun Çörüz (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15958.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-19.html |
Ja.
Het project is niet aangemeld bij de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Bij deze Commissie worden uitsluitend gedragsinterventies ingediend die in strafrechtelijk kader kunnen worden opgelegd, bijvoorbeeld als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke sanctie. Vanwege het feit dat deze interventies in een (strafrechtelijk) dwangkader plaatsvinden, worden hoge eisen gesteld aan de (wetenschappelijke) onderbouwing van de effectiviteit van de interventie op het terugdringen van recidive.
Het gemeentelijke project in Gouda wordt niet in een strafrechtelijk kader opgelegd en valt om die reden buiten het beoordelingsgebied van de Erkenningscommissie.
Het project wordt gefinancierd uit eenmalige specifieke middelen voor veiligheid die door het Rijk aan Gouda ter beschikking zijn gesteld. Hierbij is van belang te vermelden dat het hoofddoel van het project het investeren in deskundigheidsbevordering van de sportclubs is, zodat zij op een positieve manier bijdragen aan het maatschappelijke klimaat. Trainers/coaches bij deze verenigingen ontvangen een opleiding «docent agressieregulatie en weerbaarheid» en krijgen daarna ondersteuning bij de implementatie binnen de vereniging.
De motie Çörüz had betrekking op rijksprogramma’s in het kader van het strafrecht. Voor de uitvoering van de in de vraag genoemde motie, verwijs ik u naar de voortgangsrapportage Veiligheid begint bij Voorkomen, TK 28 684, nr. 119.
Gouda baseert zich bij de keuze voor dit project op een onderzoek dat het Mulier Instituut in het kader van het door het Rijk gesubsidieerde programma «Meedoen alle jeugd door sport» heeft gedaan. Het onderzoek laat zien dat vechtsportdeelname een bijdrage kan leveren aan persoonlijke groei en het verminderen van probleemgedrag door onder meer disciplinering en agressieregulatie. De resultaten van dit onderzoek, gebaseerd op meerjarige praktijkervaring in meerdere gemeenten, geven de gemeente aanleiding om te verwachten dat de aangeboden activiteiten een bijdrage zullen leveren aan een positieve maatschappelijke betrokkenheid van de deelnemende jongeren.
Aanvullend daarop kan ik u melden dat het huidige kabinet geen nieuwe middelen heeft toegekend voor de aanpak van (Marokkaanse en Antilliaanse) risicojongeren. Specifieke problemen worden via reguliere instanties en reguliere maatregelen aangepakt. In 2011 en 2012 worden enkel nog middelen uitgekeerd die voortkomen uit eerder aangegane verplichtingen. Bestaande specifieke maatregelen gericht op de aanpak van problemen die zich in sommige groepen in versterkte mate voordoen, worden de komende periode ingebed in regulier beleid. In het verlengde daarvan worden de middelen voor de aanpak van Marokkaans- en Antilliaans-Nederlandse risicojongeren eind 2012 beëindigd. Er wordt voor doelgroepbeleid geen apart budget meer vrijgemaakt. De in de motie Cöruz gevraagde uitbreiding van het mandaat van de Erkenningscommissie gedragsinterventies (zie antwoord op vraag 2) is derhalve niet aan de orde.
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Çörüz (CDA) over karatelessen voor Marokkaanse probleemjongeren (ingezonden 5 augustus 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.