Ingediend | 4 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 24 augustus 2011 (na 20 dagen) |
Indiener | Ingrid de Caluwé (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15928.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3393.html |
Ja.
De UN Monitoring Group on Somalia and Eritrea stelt in haar rapport van 18 juli 2011 dat Al Shabaab hulporganisaties de afgelopen jaren bij herhaling heeft verzocht om afdrachten te doen. De Monitoring Group geeft echter ook aan dat de meeste hulporganisaties aan dit verzoek geen gehoor hebben gegeven. Concreet betekende dit dat de humanitaire hulp aan sommige gebieden in Zuid-Centraal Somalië gestaakt moest worden. Het beeld is echter niet eenduidig. Lokale gemeenschappen slagen er soms in om de lokale Al Shabaab leiders ervan te overtuigen om humanitaire organisaties zonder betaling toe te laten tot hun gebied.
Van de volgende organisaties is mij bekend dat zij humanitaire activiteiten ondersteunen in Somalië: het Nederlandse Rode Kruis, UNICEF Nederland, ICCO, Cordaid, Save the Children, Oxfam Novib, Tear en World Vision. Dit gebeurt veelal via lokale partnerorganisaties.
Hulporganisaties hebben onderling goede en harde afspraken gemaakt dat zij geen geld geven aan Al Shabaab. Nederlandse hulporganisaties doen naar mijn weten dan ook geen afdrachten aan Al Shabaab.
In 2010 is Al-Shabaab door het Sanctiecomité van de Verenigde Naties geplaatst op de lijst van personen en organisaties op wie uit hoofde van resolutie 1 844 beperkende maatregelen van toepassing zijn.
Hieraan is op het niveau van de Europese Unie uitvoering gegeven door middel van Gemeenschappelijk Standpunt 201/231/GBVB en Verordening 1137/2010. Al-Shabaab is bij deze verordening tevens op de EU-sanctielijst gezet. Dit betekent onder andere dat het wettelijk verboden is om tegoeden of andere economische middelen aan Al-Shabaab te verschaffen.
Een uitzondering op dit verbod wordt gemaakt voor tegoeden, andere financiële activa of economische middelen die nodig zijn voor de tijdige verstrekking van dringend noodzakelijke humanitaire hulp in Somalië door de VN, gespecialiseerde agentschappen of programma’s daarvan, humanitaire organisaties met de status van waarnemer in de Algemene Vergadering van de VN die humanitaire hulp verstrekken, of hun uitvoerende partners.
Vanwege de onveiligheid in Somalië kan niet met 100% zekerheid vastgesteld worden of er door lokale partners en contractpartijen van internationale organisaties in het geheel geen afdrachten worden gedaan aan Al Shabaab. Ik verwacht echter van Nederlandse en internationale hulporganisaties dat zij alles in het werk stellen om dit te voorkomen.
In de VS geregistreerde ngo's lopen het risico op vervolging op basis van de geldende Amerikaanse antiterreurwetgeving (o.a. Patriot Act) indien de verdenking bestaat dat een deel van de door hen geleverde hulpgelden of -goederen in handen is gekomen van Al Shabaab. In het licht van de ernst van de huidige humanitaire crisis in Somalië maakten de Amerikaanse autoriteiten (Office of Foreign Assets Control) begin augustus 2011 bekend dat het Amerikaanse sanctieregime dienaangaande enigszins zou worden versoepeld2. Dit om hulporganisaties de mogelijkheid te geven om hulp te bieden in de door Al Shabaab gecontroleerde gebieden, zonder direct het risico te lopen op vervolging. Uit de toelichting van de Amerikaanse autoriteiten op de versoepeling kan worden opgemaakt dat de coulantere houding met betrekking tot vervolging absoluut niet mag worden geïnterpreteerd als een vrijbrief om afdrachten te doen aan Al Shabaab. Hulpverlenende organisaties dienen zich onverminderd in te spannen om te voorkomen dat hulpgelden of -goederen in handen komen van Al Shabaab. Ik ondersteun deze lijn volledig.
Zie antwoord vraag 5.