Ingediend | 28 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 31 augustus 2011 (na 34 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15807.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3468.html |
Ik deel niet de hier algemeen geformuleerde opvatting dat ziekenhuizen onvoldoende sturing bieden zodat te laat wordt ingegrepen. Ik ben wel van mening dat het besturen van een complexe organisatie zoals een ziekenhuis tot de private verantwoordelijkheid van betrokkenen behoort. Het bestuur en de maatschap zijn beide belangrijke actoren voor het goed functioneren van de organisatie. Voor het functioneren van de gehele organisatie en de afzonderlijke organisatieonderdelen draagt het bestuur de eindverantwoordelijkheid. Van een goed bestuurder mag dan ook verwacht worden dat deze weet wat er binnen de organisatie gebeurt zodat er tijdig kan worden ingegrepen en passende maatregelen getroffen kunnen worden. Dat ontslaat zorgprofessionals geenszins van hun verantwoordelijkheid om verantwoorde zorg te leveren als individu of in het maatschapverband. Dit houdt dus ook in dat de zorgprofessionals medeverantwoordelijk zijn voor het goed functioneren van een zorgorganisatie. Problemen binnen een maatschap die het functioneren van een organisatie als geheel beïnvloeden zullen dan ook aan het bestuur gemeld moeten worden.
Op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen moeten de zorginstellingen verantwoorde zorg aanbieden. Zij moeten de zorgverlening op zodanige wijze organiseren dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde zorg. De uitvoering van de plicht tot het aanbieden van verantwoorde zorg omvat mede de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Aan de hand van de gegevens uit dit verplichte kwaliteit- en veiligheidsysteem kan het bestuur sturend optreden.
Hiernaast kan het bestuur via de toelatingsovereenkomst contractueel regelen dat zij in kunnen grijpen in de maatschap in geval van kwaliteitsproblemen. In het uiterste geval kan het bestuur de toelatingsovereenkomst opzeggen.
Het wetsvoorstel Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) zal bijdragen aan de discussie over kwaliteit op bestuursniveau. Eén lid van de raad van bestuur zal specifiek worden belast met de portefeuille kwaliteit van zorg. Dit draagt bij aan de aanspreekbaarheid op en de expliciete sturing van het kwaliteitsbeleid van de organisatie. Ook kan het bestuur op grond van de Wcz informatie opvragen bij eenieder die werkzaam is binnen de instelling en dus ook bij maatschappen en daarbinnen functionerende medisch specialisten, zodat zij handelen conform de wettelijke plicht van de zorgaanbieder.
Dat kan, zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb toegelicht, ben ik van mening dat ziekenhuisbestuur en maatschap beide een eigen verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van de zorgorganisatie respectievelijk het leveren van verantwoorde zorg. Gebrek aan samenwerking en gebrekkige communicatie is niet in het belang van de patiënt. De raad van toezicht speelt hierbij ook een rol. De wetgever heeft voorzien in het instrument van publiek toezicht op kwaliteit van zorg, dat wordt uitgeoefend door de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ). Daar waar risico’s de veiligheid van zorg ondermijnen zal de IGZ maatregelen treffen.
Naar aanleiding van één specifieke casus is geen generaliserende conclusie te trekken dat ziekenhuizen onvoldoende grip hebben op specialisten. Wel maakt het duidelijk dat een bestuur, om zijn eindverantwoordelijkheid daadwerkelijk waar te maken, zich actief zal moeten tonen in het signaleren om uiteindelijk ook tijdig te kunnen ingrijpen. Ook van de andere professionals in de zorg mag verwacht worden dat zij zaken tijdig aankaarten bij het bestuur. Zoals de Inspecteur-generaal onlangs formuleerde tijdens een toespraak «toezicht in beweging», betekent verantwoordelijkheid nemen ook verantwoording afleggen. Er moet sprake zijn van zelfreinigend vermogen door het niet langer accepteren van het niet acceptabele met betrekking tot gedrag en zorgresultaten. Wegkijken van disfunctioneren kan niet meer.
Nee, ik zie geen verband tussen kwaliteit van zorg en de hoogte van het salaris of het loondienstverband. Mijn reflecties op het loondienstverband heb ik uitgebreid met u gedeeld bij de behandeling van de Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMG op 16 juni jl. Ik heb geen enkel bezwaar tegen loondienst. Ik wil echter niet voorschrijven of iemand in loondienst moet zijn of in een maatschap moet treden.
Sinds jaar en dag kent Nederland specialisten die zich vrij vestigen en specialisten in loondienst. Artsen hebben net als alle andere beroepsgroepen nu eenmaal de vrije keuze om zelfstandig of in loondienst te werken. Wel geldt dat zij allen functioneren binnen de kaderwetgeving voor kwaliteit van zorg. Overigens blijkt dat niet kan worden gesteld dat artsen in loondienst beter hun werk doen dan artsen in een maatschap.