Ingediend | 27 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 24 augustus 2011 (na 28 dagen) |
Indiener | Matthijs Huizing (VVD) |
Beantwoord door | Jan Kees de Jager (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | financieel toezicht financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15795.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3390.html |
Zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief aan de Kamer van 21 maart 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 507, nr. 94) beschouw ik zowel de nieuwe Gedragscode Hypothecaire Financieringen (hierna GHF) als de voorwaarden en normen van de Nationale Hypotheek Garantie (hierna NHG) als een goede invulling van de open norm voor verantwoorde (hypothecaire) kredietverstrekking zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. Hypothecaire kredietverstrekking kan dus zowel onder de GHF als onder de NHG verstrekt worden.
Daarmee zijn met het oog op het tegengaan van overkreditering de bovengrenzen van hypothecaire kredietverlening vastgesteld. De bovengrens voor de Loan-to-value (LTV) ratio bij hypotheken welke zijn afgesloten onder NHG bedraagt 108%, bij een overdrachtsbelastingpercentage van 2%. De bovengrens voor hypotheken welke niet zijn afgesloten onder NHG bedraagt, bij een overdrachtbelastingpercentage van 2%, 106%. Uiteraard staat het banken vrij om uit eigen beweging een lager percentage te hanteren dan de toegestane maxima. De AFM zal hypothecaire kredietverlening tot 108% bij een overdrachtsbelastingpercentage van 2%, NHG garantie en een solide dossier niet sanctioneren.
De verschillen tussen de GHF normen en de voorwaarden en normen van de NHG zijn beperkt. Één verschil ziet zoals gezegd op de maximale LTV ratio; daar is de GHF norm iets strikter. Ook met een LTV ratio van 106% wordt doorgaans in de behoefte voorzien om de kosten koper mee te financieren. Bovendien kan in het geval van verbouwingen de daadwerkelijke waardevermeerdering buiten de 6% worden meegefinancierd.
Zoals ik bovendien heb aangegeven in beantwoording op Kamervragen voorafgaande aan het Algemeen Overleg van 18 mei 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 507, nr. 99) heb ik ook het CPB een analyse laten maken van de mogelijke huizenprijseffecten. Deze CPB analyse richtte zich specifiek op de gevolgen van de GHF en ging er derhalve in de berekeningen van uit dat alle hypotheken werden verstrekt onder de normen van de GHF. Uit de CPB analyse blijkt dat de effecten op de huizenmarkt beperkt zijn.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.