Ingediend | 25 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 19 augustus 2011 (na 25 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid politie, brandweer en hulpdiensten zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15762.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3348.html |
Ja, waarbij ik wil opmerken dat het hier geen conflicten tussen de onderhandelende (vergunninghoudende) partijen betreft.
Voor mij is van belang dat er per veiligheidsregio één Regionale Ambulancevoorziening (RAV) komt die verantwoordelijk is voor het verlenen van de ambulancezorg in dat gebied. De wijze waarop de onderhandelingen plaatsvinden om te komen tot één RAV is een verantwoordelijkheid van de onderhandelende partijen. Overigens heb ik begrepen dat de vakbonden wel zijn en worden betrokken.
Als gezegd heb ik geen rol in de onderhandelingen en ik kan u hierover derhalve niet meer informatie geven dan wat reeds openbaar is. Uit deze openbare informatie blijkt dat het College van B&W voornemens is in te stemmen met overdracht van ambulancedienst GGD aan VZA. VZA heeft ingestemd. De Gemeenteraad is akkoord met het voornemen van het college van B&W, maar heeft hierover een motie aangenomen. Deze motie luidt als volgt: «Het college te verzoeken besprekingen te voeren met VZA om overeenstemming te bereiken over het oprichten van een nieuwe BV, waar beide organisaties GGD en VZA in zullen opgaan, en geen gebruik te maken van een bestaande BV van de VZA groep». Naar verwachting zal binnenkort definitief door het college van B&W worden besloten inzake het onderhandelingsresultaat.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3 beschrijf worden er nog besprekingen gevoerd naar aanleiding van een aangenomen motie. Ik heb geen rol in deze besprekingen en laat me dan ook niet uit over standpunten van partijen die hierin wel deelnemen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie mijn antwoord op vraag 3. Gezien de genoemde ontwikkelingen zie ik geen reden hierin actie te ondernemen.