Kamervraag 2011Z15693

De kwaliteit van onderwijsassistenten

Ingediend 21 juli 2011
Beantwoord 6 september 2011 (na 47 dagen)
Indiener Boris van der Ham (D66)
Beantwoord door Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15693.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3530.html
1. http://www.amsterdam.nl/gemeente/college/individuele_pagina's/lodewijk_asscher/redactionele/aanvullende-scholing/
2.  http://www.telegraaf.nl/binnenland/10221789/___Assistent_kan_niet_lezen___.html?p=5,1
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het onderzoek naar onderwijsassistenten gedaan op Amsterdamse basisscholen?1 2

    Ik vind het belangrijk dat onderwijsassistenten die – onder verantwoordelijkheid van de leerkracht – ondersteunende werkzaamheden uitvoeren bij het onderwijs aan kinderen, hun Nederlands goed beheersen. Mijn beleid voor taal en rekenen in het mbo geldt ook voor de mbo-opleiding Onderwijsassistent. Ik vind het een goede zaak dat de schoolbesturen en de gemeente Amsterdam bij werkende onderwijsassistenten ook expliciete eisen stellen aan de beheersing van de taalvaardigheid en hun onderwijsassistenten hierop toetsen en zonodig bijscholen.

  • Vraag 2
    Hoe kan de situatie zijn ontstaan dat van de 164 getoetste assistenten 84 procent een voldoende haalt voor lezen, zeven op de acht slaagt voor het onderdeel schrijven en slechts 42 procent een voldoende haalt voor begrijpend lezen? Hoe heeft de inspectie hier op toegezien? Was ze al eerder van deze achterstanden op de hoogte?

    Op de vraag over de specifieke situatie van de 164 getoetste onderwijsassistenten kan de betrokken werkgever zelf het beste een antwoord geven. In algemene zin kan ik zeggen dat het een recente ontwikkeling is om met behulp van referentieniveaus eisen te stellen aan taal- en rekenvaardigheden voor mbo-opleidingen die met ingang van studiejaar 2013/2014 centraal worden geëxamineerd. Ik vind het een goede zaak dat de gemeente Amsterdam in overleg met de schoolbesturen een taalnorm heeft vastgesteld voor hun onderwijsassistenten en dat die aansluit bij de referentieniveaus Nederlandse taal. Voor het toezicht door de inspectie is het voldoen aan de exameneisen Nederlands alleen een factor bij de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsopleidingen in het mbo. De inspectie beoordeelt niet de kwaliteit van individuele personeelsleden werkzaam aan basisscholen; dit is de exclusieve verantwoordelijkheid van het bestuur van de school.

  • Vraag 3
    Welke cijfers zijn u bekend van basisscholen elders in het land? Hoe wilt u toezien op de kwaliteit van onderwijsassistenten?

    Over de taalvaardigheid van onderwijsassistenten die elders in het land werkzaam zijn heb ik geen gegevens. Het toezicht van de inspectie richt zich niet op een beoordeling van de kwaliteit van onderwijsassistenten. Zie ook het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 4
    Welke acties gaat u ondernemen om de tekortschietende kennis van onderwijsassistenten te verbeteren naar het goede niveau?

    In het mbo wordt vanaf 2010 volop geïnvesteerd in taal- en rekenonderwijs. Alle mbo-studenten die in 2010–2011 met een opleiding zijn begonnen, krijgen voortaan taal- en rekenonderwijs dat afgestemd is op de nieuwe referentieniveaus. Vanaf 2013–2014 zullen deze referentieniveaus centraal worden geëxamineerd. Dit geldt ook voor de opleidingen Onderwijsassistent. Voor onderwijsassistenten die reeds in de beroepspraktijk werken, zijn ook de schoolbesturen aan zet. Wanneer een schoolbestuur vaststelt dat de kennis van hun onderwijsassistenten tekortschiet, is het de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur om ervoor te zorgen dat de onderwijsassistenten over de juiste bekwaamheden (gaan) beschikken en om zonodig te investeren in bijscholing.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat directe en indirecte bezuinigingen, of het uitblijven van bepaalde investeringen van het kabinet op onderwijs, de druk op de kwaliteit van het onderwijs niet positief beïnvloedt?

    Nee, die mening deel ik niet. Dit kabinet staat voor de zware opgave om de overheidsuitgaven weer op orde te krijgen. Op bijna alle beleidsterreinen wordt een stapje teruggedaan. Het onderwijs neemt bij dit kabinet een bijzondere positie in en wordt bij de bezuinigingen ontzien. De ombuigingen die in het onderwijs plaatsvinden worden gericht geherinvesteerd om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Een groot deel van deze investeringen komt ten goede aan het basisonderwijs. Aan het einde van deze kabinetsperiode gaat het om substantiële investeringen die de kwaliteit van het onderwijs zullen verhogen. Dit laat onverlet dat prioriteiten binnen de onderwijsbegroting herschikt zullen worden ten gunste van de kwaliteit van het onderwijs. Onze gezamenlijke uitdaging is om met hetzelfde budget het beter te doen. Dat betekent dat ook schoolbesturen duidelijke keuzes en afwegingen moeten maken bij de inzet van hun beschikbare middelen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z15693
Volledige titel: Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de kwaliteit van onderwijsassistenten (ingezonden 21 juli 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-3530
Volledige titel: Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de kwaliteit van onderwijsassistenten (ingezonden 21 juli 2011).