Ingediend | 14 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 7 september 2011 (na 55 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15543.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3554.html |
Ja.
Nee. Recente berichten in Duitse media wijzen er op dat er binnen de Duitse landbouw nog steeds ruim vraag is naar Nederlandse mest. Afzet buiten Nederland is binnen de geldende regels gewoon mogelijk.
Overigens vervalt per 19 augustus 2011 de mogelijkheid om op grond van de Europese verordening dierlijke bijproducten (nr. (EG) 1069/2009 en (EU 142/2011) druksterilisatie te eisen van verwerkte mest. Daarmee komt per deze datum ook de druksterilisatie-eis van de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen, waar ik uw Kamer in december 2010 over berichtte (Kamerstuk 28 385, nr. 198), te vervallen.
In 2009 en 2010 werden in Nederland per diercategorie de volgende hoeveelheden mest geproduceerd, uitgedrukt in miljoenen kilogrammen:
2009
2010 (voorlopige cijfers)
Rundvee
55 991
55 888
Varkens
12 425
12 428
Pluimvee
1 502
1 548
overige
2 786
2 821
(bron: CBS Statline, http://statline.cbs.nl/statweb/)
In 2009 en 2010 zijn de volgende hoeveelheden mest geëxporteerd, uitgedrukt in miljoenen kilogrammen:
2009
2010
Totaal
2 365
2 066
Duitsland
1 926
1 587
België
305
332
Frankrijk
128
140
Overig
6
7
(bron: DR-loket, http://www.hetlnvloket.nl)
Of een bepaald niveau acceptabel is, hangt in mijn ogen niet af van aantallen kilogrammen, maar van de vraag of de mest verantwoord wordt afgezet en gebruikt. Het mestbeleid beoogt ervoor te zorgen dat dit op verantwoorde wijze gebeurt.
Toenmalig minister Veerman heeft deze uitspraak niet bij zijn afscheid in 2006 gedaan, maar in Milieudefensie Magazine in oktober 2003.
Sindsdien is er geruime tijd verstreken. De overheid heeft in die periode flink inzet geleverd om te bewerkstelligen dat overbemesting in Nederland afneemt. Met succes, zoals ook blijkt uit de afname van verliezen van stikstof en fosfaat op landbouwgrond sinds 20032. Ik zie de aangehaalde uitspraak als een oproep om zuinig en efficiënt met grondstoffen om te gaan en kringlopen te sluiten. Een dergelijke oproep strookt met het standpunt van de Nederlandse regering. Dat beleid is immers gericht op een verantwoord mestgebruik in Nederland.
Mestverwerking vindt binnen vigerende regelgeving plaats door bedrijven en gaat niet gepaard met kosten voor de overheid. Voor zover het gaat om maatschappelijke kosten gerelateerd aan natuur- en milieudruk in relatie tot de stikstofproblematiek verwijs ik naar de studie European Nitrogen Assessment en mijn recente reactie daarop (kamerstuk 30 654, nr. 95). Uit genoemde studie blijkt dat de meest efficiënte manier om schade als gevolg van stikstofemissies vanuit de landbouw tegen te gaan, bestaat uit het nemen van maatregelen die stikstofemissies voorkómen. Dat is ook de inzet van het mestbeleid. Gezien het feit dat dit rapport bevestigt dat we op de juiste weg zijn, zie ik geen nut of noodzaak om nader onderzoek naar dergelijke kosten te laten uitvoeren.
Bij het toezicht op de naleving van mestregelgeving wordt gewerkt met aselecte en selecte controles. Risicogroepen krijgen door deze laatste controlevorm extra aandacht. Bij geconstateerde overtredingen wordt opgetreden door middel van bestuurs- en strafrechtelijke handhavingsinstrumenten. Dat deze aanpak succes heeft blijkt onder meer uit het feit dat grote overtreders aangepakt worden.
Overigens hebben de geconstateerde overtredingen in de aangehaalde casus niets met mestverwerking van doen, maar met de verantwoording van mestaf- en aanvoer.
In september zal ik uw Kamer mijn visie op het mestbeleid toezenden. Daarin zal ik aangeven hoe ik de toekomst van het mestbeleid zie.
Zoals ik aangekondigd heb, zal ik in september mijn visie op het toekomstig mestbeleid aan uw Kamer doen toekomen.
Ganzenexperts zijn van mening dat het aanbod aan eiwitrijk gras mede van invloed is op de groei van ganzenpopulatie. Daarbij is echter geen link met de mestproductie te leggen.
Voor de algemene aanpak van potentiële overtredingen van de mestregelgeving verwijs ik naar mijn antwoord onder 8. Daarnaast houd ik door middel van het begin dit jaar ingevoerde systeem Client mest export zicht op mesttransporten naar het buitenland. Met de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen zijn inmiddels afspraken gemaakt over het uitwisselen van gegevens over grensoverschrijdende mesttransporten. Daardoor worden buitenlandse overheden in staat gesteld effectiever op te treden tegen eventuele illegale activiteiten van Nederlanders op hun grondgebied.
Ik ben immers niet in staat om op te treden tegen illegaal gedrag daar waar Nederland geen rechtsmacht heeft.
Zie antwoord vraag 9.