Ingediend | 5 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 12 augustus 2011 (na 38 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit internationaal openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15121.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3294.html |
India heeft op het Nederlandse uitleveringsverzoek nog geen beslissing genomen.
Het uitleveringsverzoek aan India dateert van maart 2010 en is gebaseerd op het Verdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië tot uitlevering van misdadigers (Londen, 26 september 1898). Bij notawisseling (Trb. 1971, 198) zijn Nederland en India overeengekomen dit verdrag bilateraal te blijven toepassen.
India heeft in april 2011 naar aanleiding van het verzoek enkele vragen gesteld. Deze zijn door Nederland inmiddels beantwoord.
Dat het verzoek in India op bezwaren stuit is vooralsnog niet gebleken. Nederland doet regelmatig navraag naar de stand van zaken. De behandeling van uitleveringsverzoeken kan echter veel tijd in beslag nemen.
Zie antwoord vraag 4.
Het belang van bestrijding van grensoverschrijdende (gevolgen van) misdaad onderken ik vanzelfsprekend. Ik heb geen reden om te veronderstellen dat India daarover een andere opvatting heeft. Aan een goede samenwerking op strafrechtelijk gebied wordt door zowel Nederland als India belang gehecht.
Zoals hiervoor gemeld moet India nog op het Nederlandse uitleveringsverzoek beslissen. Ik zal terzake de vinger aan de pols houden en het belang van de zaak waar nodig onderstrepen.
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) over het niet uitleveren door India van de kluiskraker van DNB (ingezonden 5 juli 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.