Ingediend | 30 juni 2011 |
---|---|
Beantwoord | 12 juli 2011 (na 12 dagen) |
Indiener | Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z14770.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3119.html |
Ja.
De precieze toedracht van het incident is vooralsnog niet duidelijk. Wel is bekend dat de bezetting van het hotel op weerstand stuitte. De negen zwaarbewapende strijders bleken in staat zich urenlang in het hotel op te houden. De Afghaanse autoriteiten hebben snel en adequaat gereageerd, met slechts beperkte ondersteuning van ISAF. In de vroege ochtend van 29 juni is een eind gemaakt aan de bezetting.
Zie antwoord vraag 2.
Helaas komen in Afghanistan nog steeds regelmatig aanslagen voor. De aanslag op het Intercontinental Hotel is daar een voorbeeld van. De inzet van de internationale gemeenschap is gericht op het overdragen van de verantwoordelijkheid voor de veiligheid aan de Afghaanse autoriteiten. De aanslag onderstreept eens te meer de noodzaak van capaciteitsopbouw bij de Afghaanse politie en het leger. De Afghanen zullen de veiligheid zelf moeten gaan waarborgen. Er is sprake van een veelomvattend proces, waarin de opbouw van de rechtsstaat, verzoening en re-integratie centraal staan. Dit proces zal enige jaren in beslag nemen. Overigens zijn dergelijke aanslagen nooit volledig uit te sluiten.
ISAF ondersteunt het transitieproces door agenten en militairen te trainen. Een aantal landen, waaronder Nederland, ondersteunt de verdere versterking van de rechtsstaat. Daarbij staat voorop dat duurzame stabiliteit alleen mogelijk is als de betrokken organisaties hun eigen taak naar behoren vervullen. Dat betekent dat de civiele politie civiele politietaken verricht, het leger de opstandelingen bestrijdt, en de justitiesector zorg draagt voor vervolging, berechting en bestraffing. De regering maakt zich sterk voor deze taakverdeling. Voor de Nederlandse trainingsactiviteiten in Kunduz heeft de regering hiervoor garanties verkregen (Kamerstuk 27 925 nr. 425).
De regering hecht er sterk aan – net als alle andere partijen die in Afghanistan actief zijn – veiligheidsrisico’s zo veel mogelijk te beperken. Dat geldt ook voor het risico van infiltratie bij de politie. In het selectieproces wordt getracht gemotiveerde rekruten te werven en het risico op infiltratie te verkleinen. Dit selectieproces is formeel in handen van het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarbij wordt intensief samengewerkt met de NATO Training Mission – Afghanistan. Nederland heeft bovendien de bevoegdheid rekruten bij aanvang van de basisopleiding te weigeren. Uiteraard is onafgebroken oplettendheid geboden om vroegtijdig aanwijzingen van infiltratie te kunnen signaleren. Daarnaast monitoren Afghaanse contra-inlichtingeneenheden het leger en de politie op tekenen van compromittering en stress bij het personeel.
In vrijwel alle gevallen is overigens geen sprake van infiltratie in het Afghaanse leger of de politie, maar van opstandelingen die een uniform hebben bemachtigd of hebben laten namaken, of van getraumatiseerde Afghaanse militairen of agenten die door de Taliban zijn gedwongen tot gewelddadigheden. Er zijn geen bewijzen voor systematische infiltratie van de Taliban in het Afghaanse leger of de politie.
(Zie ook Kamervragen van 30 juni gesteld door het lid Van Bommel (SP) met kenmerk 2011Z14709).
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 4.