Ingediend | 24 juni 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 juli 2011 (na 21 dagen) |
Indiener | Ewout Irrgang |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z13912.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3141.html |
De mensenrechten – en humanitaire situatie in de Somali regio (ook wel Ogaden genoemd) zijn zorgelijk. Nederland blijft, in samenwerking met andere donoren, de slechte humanitaire toegang in deze regio kritisch volgen en opbrengen in contacten met de Ethiopische overheid.
In juli 2007 hebben de regionale autoriteiten van de Somali regio, gesteund door de federale overheid, het ICRC de toegang tot de Somali regio ontzegd. Aanleiding was de beschuldiging dat het ICRC het Ogaden National Liberation Front (ONLF) zou steunen met geld en communicatiemiddelen. Het ICRC ontkent dit. Op dit moment heeft het ICRC nog steeds geen toegang tot deze regio. ICRC heeft echter hoop dat het op korte termijn alsnog toegang zal krijgen tot detentiecentra in de regio.
Als gevolg van de slechte veiligheidssituatie en het optreden van de Ethiopische veiligheidseenheden blijft de geringe humanitaire toegang een probleem in de Somali regio.Bovendien wordt humanitaire toegang gehinderd door bureaucratische procedures. Het WFP heeft als een van de weinige internationale hulporganisaties in principe toegang tot de meeste delen van de Somali regio. Voor zover het WFP geen toegang heeft, is dit het gevolg van de toepassing van de eigen veiligheidsregels. Artsen zonder Grenzen heeft een veldkantoor in de Somali regio, maar heeft slechts beperkt toegang tot de doelgroep. Verder krijgen onder andere de NGO’s Action Contre la Faim, Merlin, het International Rescue Committee en Mercy Corps op ad hoc basis toegang tot delen van het gebied.
Het is voor (internationale) onafhankelijke media de facto heel moeilijk om toegang te krijgen tot het gebied. Er moet per bezoek een vergunning worden aangevraagd, maar deze wordt in de praktijk vrijwel nooit afgegeven.
Tijdens mijn recent bezoek aan Ethiopië heb ik met premier Meles Zenawi stilgestaan bij de humanitaire situatie in Ethiopië, die als gevolg van droogte en onregelmatige regenval verslechterd is, maar die ook los daarvan vragen oproept. Tijdens het gesprek is ingegaan op de inspanningen van Ethiopië om in de toekomst onafhankelijk te worden van voedselhulp. Ik heb bekend gemaakt dat Nederland dit jaar één miljoen extra aan het Humanitarian Response Fund zal bijdragen. Dit door VN OCHA beheerde fonds steunt ook humanitaire noodhulpactiviteiten in de Somali regio. Ook heb ik met Premier Meles Zenawi gesproken over voedselzekerheid, handel en investeringen en over de mensenrechten.
Op 12 oktober 2010 is een vredesakkoord getekend met één van de drie ONLF-facties. De onder meer door Nederland gesteunde Ethiopische Council of Elders is instrumenteel geweest in de totstandkoming van het akkoord in oktober 2010. De andere twee facties hebben echter aangegeven dit vredesakkoord niet te steunen. Mede als gevolg hiervan zijn de veiligheidssituatie en de humanitaire toegang sindsdien niet verbeterd. Ethiopië beschouwt de ONLF als een terroristische organisatie, wat een bemiddelende rol van de EU of de VS bemoeilijkt. Wel wordt in de dialoog met de autoriteiten veelvuldig aandacht besteed aan de noodzaak van verbetering van de humanitaire toegang.
Nederland is hiervan geen voorstander. In dit stadium is het wellicht constructiever om te pleiten voor hernieuwde toegang van het ICRC en voor verruimde humanitaire toegang voor hulporganisaties. Tegelijkertijd verdienen pogingen om via stille diplomatie tot beëindiging van het conflict te komen steun.
Daarbij is tijdens de recent gehouden review van de Mensenrechtenraad bevestigd dat geen mensenrechtenrapporteurs voor regio’s worden ingesteld.
Ik maak mij ernstige zorgen over de gevolgen van de droogte waarmee landen in de Hoorn van Afrika, waaronder Somalië, worden geconfronteerd. De humanitaire situatie in Somalië is zorgwekkend: volgens schatting van de VN heeft nu ruim een kwart van de bevolking (2,5 miljoen Somaliërs) als gevolg van de voortdurende gewapende strijd en de droogte noodhulp nodig.
Ik heb nog geen verzoek van WFP ontvangen.
Voor 2011 is er 6 miljoen euro gereserveerd voor humanitaire hulp in Somalië. Dit is de op twee na grootste bijdrage uit de noodhulpbegroting voor een landensituatie. Het grootste deel van het bedrag komt ten gunste van het Gemeenschappelijke Humanitaire Fonds voor Somalië, waaruit activiteiten van zowel VN-organisaties als ngo’s kunnen worden gefinancierd. Tot op heden hebben donoren voor 2011 ongeveer 50 miljoen dollar bijgedragen. Het fonds wordt beheerd door de Humanitaire Coördinator voor Somalië, die op een snelle en gecoördineerde wijze leniging van de voorziene noden kan financieren. Het fonds kent ook een «noodloket» waaruit leniging van acute, plotseling opkomende noden kan worden gefinancierd. Dit noodloket heeft al 4,5 miljoen dollar uitgekeerd in reactie op de droogte. Ik volg de situatie nauwgezet en ben bereid om, indien daartoe aanleiding bestaat, een aanvullende bijdrage te overwegen.
Aanvoer van hulpgoederen aan Somalië geschiedt voornamelijk over zee, waarbij schepen worden geëscorteerd door eenheden van de EU-operatie Atalanta of de NAVO-operatie Ocean Shield. Hoewel deze missies humanitaire hulp in Somalië faciliteren, staan deze daar los van. De bijdrage aan humanitaire hulp wordt gebaseerd op de noden zoals weergegeven in het VN-hulpverzoek, en de beschikbare middelen voor humanitaire hulp wereldwijd.