Ingediend | 24 juni 2011 |
---|---|
Beantwoord | 17 augustus 2011 (na 54 dagen) |
Indiener | Cynthia Ortega-Martijn (CU) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z13910.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3321.html |
Ja.
Vanaf komend studiejaar geldt er voor de BES-studenten een nieuw stelsel van studiefinanciering. Op basis van de Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – B (Staatsblad 2011, 33) wordt de Wet studiefinanciering BES gewijzigd. De uitvoering van BES-studiefinanciering is belegd bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), afdeling studiefinanciering, onder verantwoordelijkheid van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Zowel RCN als DUO hebben geen ervaring met begeleiding van BES-bursalen in Nederland. Omdat deze vorm van begeleiding in de Nederlandse Antillen tot de transitie werd verstrekt, heb ik, ook vanwege de veranderingen die het nieuwe studiefinancieringssysteem met zich zal brengen, besloten deze, in elk geval voorlopig, te continueren.
De inzet was de begeleiding te laten plaatsvinden zoals in voorgaande jaren. Dat zou betekenen dat de bursalen van Bonaire onder begeleiding van de SSC in Nederland gaan studeren en de bursalen van Saba en Sint-Eustatius begeleiding van S4 ontvangen. Een belangrijke reden om de begeleiding te laten voortzetten door deze twee stichtingen is dat zij ruime ervaring hebben met de begeleiding van studenten. Een ander belangrijk punt is dat zij beschikken over een vestiging in Nederland, en zodoende korte lijnen hebben met bijvoorbeeld woningbouwverenigingen voor het regelen van huisvesting.
In een laat stadium bleek het voor de SSC niet mogelijk te zijn om voor andere studenten dan die van Curaçao zelf, begeleiding te organiseren. Als gevolg hiervan heeft DUO, mede gelet op de afspraken die inmiddels met S4 waren gemaakt (o.a. over het regelen van adequate huisvesting in Nederland), deze verzocht om ook de studenten van Bonaire te begeleiden.
Er is absoluut geen sprake van het negeren van de organisaties in de BES-eilanden en hun belangen, maar er is in het belang van de bursalen gehandeld om een tijdige begeleiding mogelijk te maken, door een organisatie die aantoonbare ervaring heeft op dit terrein.
Er is geen onderzoek geweest naar de bereidheid van andere partijen, gelegen in de BES-eilanden, om de zorg voor de studenten op zich te nemen. Zie verder mijn antwoord op vraag 2. Ik heb in 2008 geen offerte van Fundashon Ban Boneiru Bèk! ontvangen. Ik vermoed dat wordt gerefereerd aan een offerte die Ban Boneiru Bèk op dat moment heeft ingediend bij de toenmalige uitvoeringsorganisatie voor de studiefinanciering in het eilandgebied Bonaire, de Fundashon Finansiamentu di Estudio di Bonaire (FINEB). De FINEB heeft destijds geen gebruik gemaakt van deze offerte.
De afspraken die DUO heeft gemaakt over begeleiding die S4 zal bieden aan de BES-bursalen betreffen alleen het studiejaar 2011–2012. Voor de studiejaren die daarop volgen zal onderzocht worden of er andere partijen zijn die de begeleiding ter hand zouden kunnen nemen. Hiertoe zal binnenkort een Pakket van Eisen worden opgesteld, waaraan partijen dienen te voldoen. Begeleiding door mentoren die bekend zijn met de cultuur van de BES-eilanden zal daarbij zeker een rol spelen. Een andere factor zal een adequaat uitvoeringsapparaat in Nederland zijn, dat in staat is de gewenste voorzieningen te leveren.
Artikel 16 Wet studiefinanciering BES heeft betrekking op het studiejaar 2010–2011. Voor dit studiejaar zijn met de SSC en S4 nog samenwerkingovereenkomsten gesloten door het inmiddels voormalig Land Nederlandse Antillen (voor de bursalen van Saba en Sint-Eustatius) en de FINEB (bursalen van Bonaire). Er is geen ministeriële regeling met nadere voorschriften.
Deze conclusie deel ik niet. Zoals hierboven aangegeven, heb ik afspraken gemaakt met de S4. Hierbij is door de directeur van de S4 toegezegd de studenten van Bonaire net zo goed te begeleiden als de studenten van de bovenwindse eilanden. Ik heb dan ook geen enkele aanleiding te twijfelen aan de zorg die S4 zal besteden aan begeleiding van de BES-studenten.
Door de toename van het aantal bursalen dat S4 komend studiejaar zal begeleiden, zal de personele bezetting van S4 zodanig zijn dat een adequate begeleiding kan worden geboden.