Ingediend | 17 juni 2011 |
---|---|
Beantwoord | 29 juni 2011 (na 12 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z13154.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3008.html |
Ja.
De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft reeds op 24 februari 2010 een toezichtsrapport uitgebracht inzake de rechtmatigheid van de uitvoering van de notificatieplicht door de AIVD.
De CTIVD constateert dat de AIVD, een enkele uitzondering daargelaten, de notificatieplicht overeenkomstig de wettelijke vereisten ten uitvoer heeft gelegd. Op vier notificatiebesluiten na, is in alle gevallen van de onderzochte notificatiebesluiten op terechte gronden besloten tot uitstel, dan wel verval van de notificatieplicht. De commissie constateert voor wat betreft de uitzonderingsgevallen dat de AIVD bij het traceren van de betrokken personen in één enkel geval niet heeft gehandeld overeenkomstig de wettelijke vereisten. Ook heeft de AIVD naar het oordeel van de commissie in één enkel geval ten onrechte besloten tot uitstel van de notificatieplicht, alsmede in twee gevallen ten onrechte tot afstel van de notificatieplicht. De commissie heeft aanbevolen de desbetreffende besluiten te heroverwegen. Daarmee zou volgens de commissie niet gezegd zijn dat deze heroverweging zou moeten leiden tot notificatie, omdat er mogelijk andere gronden zouden kunnen zijn om hiertoe niet over te gaan. De AIVD heeft de aanbeveling van de commissie opgevolgd, maar dit heeft niet geleid tot het uitbrengen van een notificatieverslag.
Sinds de feitelijke inwerkingtreding van de notificatieplicht monitort de CTIVD de uitvoering hiervan. Teneinde de CTIVD in staat te stellen haar toezichtsfunctie te vervullen, voorziet artikel 34 lid 2 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) in een plicht voor de AIVD de commissie op de hoogte te stellen indien het uitbrengen van een verslag aan de betrokken persoon niet mogelijk is. Bij deze mededeling wordt gemotiveerd aangegeven waarom het verslag niet kan worden uitgebracht. Voorts wordt de commissie door de AIVD ook actief en periodiek op de hoogte gesteld van de gevallen waarin een uitstelgrond van toepassing is. De motiveringen en uitstelgronden terzake hebben tot op heden niet geleid tot het oordeel van de CTIVD dat de AIVD ten onrechte nog geen notificatieverslag heeft uitgebracht.
Zie antwoord vraag 2.
De AIVD heeft uiteraard eerst de Kamer en daarna het Algemeen Dagblad willen informeren over de vraag of de AIVD inmiddels heeft kunnen notificeren. Door een intern misverstand heeft de informatie van de AIVD terzake het Algemeen Dagblad eerder bereikt. Het informeren van de journalist van het Algemeen Dagblad had moeten plaatsvinden nadat zeker gesteld was dat de Kamer inmiddels geïnformeerd was.