Kamervraag 2011Z12202

Het vrijlaten van verdachten van een overval op een Amsterdamse juwelier

Ingediend 8 juni 2011
Beantwoord 27 juli 2011 (na 49 dagen)
Indieners Ahmed Marcouch (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z12202.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3217.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «Verdachten overval juwelier door rechter op vrije voeten gesteld» op de website van de Volkskrant van 20 mei 2011? Zo ja, wat voor actie heeft u naar aanleiding van dit bericht genomen?

    Het is niet aan mij om actie te nemen in individuele strafzaak of om een oordeel te vellen over een uitspraak van de rechtbank. Het OM heeft inmiddels hoger beroep ingesteld tegen beide uitspraken.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening van het Openbaar Ministerie (OM) dat het onbegrijpelijk is dat deze verdachten door de rechter op vrije voeten gesteld zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat doet het OM om ervoor te zorgen dat de daders in deze zaak zo snel mogelijk hun verdiende straf krijgen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het voor de slachtoffers zeer pijnlijk is dat zij van een journalist moesten horen dat de verdachten vrij waren gekomen? Zo ja, hoe kunt u verklaren dat het OM de slachtoffers niet voor de journalist heeft ingelicht? Wat is het beleid van het OM bij het informeren van slachtoffers over de voortgang van een strafzaak? Hoe gaat u er in de toekomst voor zorgen dat slachtoffers door het OM tijdig op de hoogte gebracht worden van ontwikkelingen in strafzaken, waar zij bij betrokken zijn, en dat het verloop zo goed mogelijk uitgelegd wordt?

    Ik betreur het dat de slachtoffers in deze zaak via een andere weg dan via de politie of het OM op de hoogte zijn geraakt van de beslissing van de rechtbank. Op grond van de Aanwijzing slachtofferzorg draagt de officier van justitie zorg voor een goede informatievoorziening aan de slachtoffers over de voortgang van een strafzaak. De officier van justitie heeft, zodra zij de uitspraak vernomen had, de politie verzocht om de slachtoffers in te lichten. Dat is echter niet onmiddellijk gebeurd, althans pas nadat een journalist de slachtoffers op de hoogte had gesteld. Overigens kwam alleen de verdachte van medeplichtigheid aan de overval vrij, de andere verdachte zat op dat moment nog vast uit andere hoofde.
    Het beleid van het OM voor de informatievoorziening aan slachtoffers is helder en behoeft geen aanpassing.

  • Vraag 4
    Maakt u zich ook zorgen over het feit dat het vertrouwen en gezag in het om en de rechtbank afnemen door het tekortschieten van het OM op het gebied van voorlichting? Wat doet u om deze ongewenste ontwikkeling te voorkomen en het vertrouwen in het OM te herstellen?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Begrijpt u dat een gewelddadige overval, zeker in een straat die daar eerder op brute wijze mee geconfronteerd is, op de hele buurt een grote impact heeft? Hoe neemt het OM zijn verantwoordelijkheid om ook aan de buurt informatie en uitleg te geven over het verloop van het proces?

    Overvallen hebben een grote impact op slachtoffers en de omgeving. Zoals uw Kamer bij brief van 9 februari 2011 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 28 684, nr. 305) is bericht zal de overvalcriminaliteit hard worden aangepakt.
    In bepaalde strafzaken informeert het Openbaar Ministerie een breed publiek actief op verschillende manieren, bijvoorbeeld via de eigen website of door middel van persberichten. Het informeren van buurtbewoners is echter primair een taak van lokale bestuurders.In het actieprogramma Ketenaanpak Overvalcriminaliteit, dat uw Kamer als bijlage bij bovengenoemde brief is toegestuurd, staan in de paragraaf «Slachtofferhulp» specifieke maatregelen op slachtofferzorg opgenomen. Deze maatregelen breng ik bij diverse gelegenheden, onder meer tijdens regionale bijeenkomsten rond het thema overvallen, onder de aandacht van lokale bestuurders. Ik verwacht van hen een actieve bijdrage aan de bestrijding en voorkoming van overvallen en de zorg voor slachtoffers van overvallen. Dat omvat in bepaalde gevallen ook het informeren van buurtbewoners.

  • Vraag 6
    Worden de vrijgelaten verdachten door de politie en het OM als vluchtgevaarlijk beoordeeld? Zo ja, wordt er extra toezicht gehouden om te waarborgen dat zij de rest van de rechtszaak beschikbaar blijven? Hoeveel politiecapaciteit is hiermee gemoeid?

    Het OM acht, op basis van de beschikbare informatie, de door de rechter in vrijheid gestelde verdachte niet vluchtgevaarlijk.

  • Vraag 7
    Welke rol kan de rechtbank spelen, al dan niet in samenwerking met het OM, ten aanzien van de voorlichting aan de betrokkenen bij het misdrijf? Worden de betrokkenen door de rechtbank actief geïnformeerd over de uitspraak en de manier waarop die tot stand is gekomen? Wilt u de mogelijkheden voor verbetering van deze communicatie met de Raad voor de rechtspraak bespreken?

    In artikel 51a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering is vastgelegd dat de officier van justitie verantwoordelijk is voor het schriftelijk mededelen van de aanvang en voortzetting van de vervolging, de datum en het tijdstip van de terechtzitting en de einduitspraak tegen de verdachte. Tevens doet hij desgewenst mededeling van de invrijheidstelling van de veroordeelde. Ook is de officier van justitie verantwoordelijk voor het informeren van slachtoffers in de voorlopige hechtenis fase. Deze informatieverstrekking vindt vaak telefonisch plaats gelet op de korte tijdsduur.
    De rechtbank informeert het slachtoffer door de inhoud van het vonnis over de strafmaat en over de motivatie hoe tot de uitspraak is gekomen. Rechtbanken leggen geen persoonlijk contact met slachtoffers. Ik acht het ook niet nodig dat de rechtbank hierin een rol krijgt naast de taak van de officier van justitie.

  • Mededeling - 23 juni 2011

    Hierbij deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van de leden Marcouch en Recourt (beiden PvdA) van uw Kamer over het vrijlaten van verdachten van een overval op een Amsterdamse juwelier (ingezonden 8 juni 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z12202
Volledige titel: Vragen van de leden Marcouch en Recourt (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het vrijlaten van verdachten van een overval op een Amsterdamse juwelier (ingezonden 8 juni 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-3217
Volledige titel: Vragen van de leden Marcouch en Recourt (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het vrijlaten van verdachten van een overval op een Amsterdamse juwelier (ingezonden 8 juni 2011).