Kamervraag 2011Z11756

Het opleggen van sancties aan gedetineerden en tbs-ers die spreken met journalisten

Ingediend 6 juni 2011
Beantwoord 15 juli 2011 (na 39 dagen)
Indiener Sharon Gesthuizen (GL)
Beantwoord door
Onderwerpen recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z11756.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3146.html
1. http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/2438324/2011/05/27/Gevangenis-Nieuwegein-legt-loslippige-gedetineerde-straf-op.dhtml
2. Vragen van het lid Van Velzen (SP), Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–…
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht «Gevangenis Nieuwegein geeft loslippige gedetineerde straf»?1

    Aan de betreffende gedetineerde is inderdaad een sanctie opgelegd. Bij een celinspectie die werd uitgevoerd omdat het vermoeden bestond dat de gedetineerde contact had opgenomen met RTV Utrecht, is een brief, gericht aan een fictief advocatenkantoor, gevonden. De inhoud van de brief heeft ertoe geleid dat de gedetineerde een maatregel is opgelegd. Het is aannemelijk dat betrokkene met deze brief voornemens was een poging te doen op ongeoorloofde wijze contact op te nemen met vertegenwoordigers van de pers.

  • Vraag 2
    Op basis waarvan heeft de gevangenisdirectie de gedetineerde een sanctie opgelegd? Was dat omdat hij geen toestemming vooraf heeft gevraagd voor zijn contact met media of omdat de inhoud van dit contact en de klachten van deze gedetineerde de gevangenisdirectie niet zinde?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Bent u van mening dat de weigeringsgronden van artikel 40, eerste lid, Penitentiaire beginselenwet, waarin staat op welke gronden gesprekken tussen gedetineerden en journalisten door de gevangenisdirecteur geweigerd kunnen worden, zo ruim zijn dat gesprekken vrijwel steeds geweigerd kunnen worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

    De Grondwet bepaalt in artikel 15, vierde lid, dat een persoon aan wie de vrijheid rechtmatig is ontnomen, in de uitoefening van zijn grondrechten kan worden beperkt, voor zover deze zich niet met de vrijheidsontneming verdraagt. De grenzen van de vrijheid van meningsuiting van gedetineerden worden overschreden wanneer de rechten en vrijheden van anderen of bepaalde publieke belangen, zoals de openbare orde en veiligheid en het voorkomen of opsporen van strafbare feiten, geschaad kunnen worden. In artikel 40 van de Pbw zijn de gronden voor het weigeren van een gesprek tussen een gedetineerde en de media aangegeven. Deze weigeringsgronden zijn limitatief. Bij het overwegen van een verzoek om contact met de media dient telkens de afweging te worden gemaakt tussen het individuele recht van de gedetineerde op vrije meningsuiting en de genoemde criteria in artikel 40 Pbw. Zwaarwegende belangen van derden, zoals nabestaanden en slachtoffers, kunnen in het geding zijn.
    Een eventuele beslissing van de directeur van de inrichting om een gesprek met een vertegenwoordiger van de media niet toe te staan, wordt steeds na een afweging van de betrokken belangen genomen. Indien een gedetineerde het niet eens is met de beslissing van de inrichtingsdirecteur, kan hij tegen deze beslissing in beklag gaan bij de beklagcommissie van de commissie van toezicht van de inrichting. Vervolgens kan de beslissing ook nog door de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdpreventie worden getoetst op de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
    Gelet op het bovenstaande ben ik van mening dat het beleid ten aanzien van contacten van gedetineerden met de media helder is. Ik zie dan ook geen reden om het beleid aan te passen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het beperken van het recht op vrijheid van meningsuiting slechts in uitzonderlijke gevallen kan plaatsvinden, dat inperking vooral op zijn plaats is om de rechten van slachtoffers en eventuele nabestaanden te waarborgen, maar dat van de andere weigeringsgronden terughoudend gebruik moet worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Hoe wordt voorkomen dat iemand die voor de inrichting onwelgevallige informatie naar buiten wil brengen hiervoor geen toestemming krijgt vooraf en/of achteraf wordt gestraft? Bent u bereid om maatregelen te nemen om dit te voorkomen?
  • Vraag 6
    Bent u, in tegenstelling tot uw voorganger, wel bereid om directeuren van penitentiaire inrichtingen te wijzen op het beperkt toepassen van de redenen op grond waarvan het contact met de media geweigerd kan worden?2 Bent u bereid zo nodig de wet te wijzigen of regels op te stellen over de toepassing van de wet? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Mededeling - 23 juni 2011

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) van uw Kamer aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het opleggen van sancties aan gedetineerden en tbs’ers die spreken met journalisten (ingezonden 6 juni 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z11756
Volledige titel: Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het opleggen van sancties aan gedetineerden en tbs’ers die spreken met journalisten (ingezonden 6 juni 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-3146
Volledige titel: Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het opleggen van sancties aan gedetineerden en tbs’ers die spreken met journalisten (ingezonden 6 juni 2011).