Kamervraag 2011Z10550

De 3000 promotieplaatsen die zullen verdwijnen bij Nederlandse universiteiten door de bezuinigingen

Ingediend 20 mei 2011
Beantwoord 31 mei 2011 (na 11 dagen)
Indiener Tanja Jadnanansing (PvdA)
Beantwoord door Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap ontslag werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z10550.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2703.html
1. NOS Journaal, 17 mei 2011.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving rond de bezuinigingen op onderzoek en wetenschap wat een verlies van 3000 promotieplaatsen met zich meebrengt?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u deze zorgwekkende berichtgeving?

    De berichtgeving in het journaal van 17 mei jl.betreft het besluit in het regeerakkoord om geen nieuwe Fes-middelen in te zetten voor R&D. Ik beoordeel deze berichtgeving derhalve tegen deze achtergrond. Het besluit om voor onderzoek geen Fes-middelen meer in te zetten, is genomen omdat niet is gekozen voor specifieke subsidies maar voor generieke stimulering van R&D. Hiertoe is het Wbso-plafond (Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk) verhoogd en is de Vennootschapsbelasting verlaagd.

  • Vraag 3
    Hoe kijkt u aan tegen het signaal van de voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) dat Nederland met deze bezuinigingen en bijkomende effecten een tweederangs onderzoeksland wordt?

    De opvatting van de voorzitter van de VSNU deel ik niet. Met de fiscale maatregelen die ik in het antwoord op vraag 2 heb genoemd, wil het kabinet bedrijven in staat stellen meer te investeren in R&D. Dat is nodig omdat vooral de private investeringen in R&D in ons land achterblijven in vergelijking met andere landen. Het kabinet wil hier verandering in brengen. Doordat innovatieve bedrijven meer gaan investeren, zal er geen sprake van zijn dat ons land een tweederangs onderzoeksland wordt. In de topsectorenaanpak wordt nu gewerkt aan kennisagenda’s voor de negen economische topsectoren. Hierin wordt het private commitment voor R&D-investeringen uitdrukkelijk meegenomen.

  • Vraag 4
    Hoe moeten deze bezuinigingen gezien worden in het licht van eerdere mededelingen door kabinetsleden dat er per saldo niet op hoger onderwijs en wetenschap bezuinigd zou worden?

    Het regeerakkoord is op dit punt duidelijk en de uitspraken die ik hierover heb gedaan zijn hiermee in lijn.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat deze bezuiniging en kaalslag binnen het wetenschappelijk onderzoeksveld niet strookt met de Nederlandse ambities als topkennis- en onderzoeksland en deze positie ook in ernstige mate in gevaar brengt? Zo, nee waarom niet?

    Deze mening deel ik niet. De ambities voor Nederland als topkennis- en onderzoeksland staan nog altijd overeind. Het kabinet zal u over deze ambities informeren in de Strategische Agenda voor hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap die uw Kamer in juni zal ontvangen en in de nota Bedrijfslevenbeleid.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om deze vragen in ieder geval te beantwoorden voor het komende algemeen overleg over de beleidsreactie strategische plannen van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW)?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z10550
Volledige titel: Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over 3000 promotieplaatsen die zullen verdwijnen bij Nederlandse universiteiten door de bezuinigingen (ingezonden 20 mei 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-2703
Volledige titel: Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over 3000 promotieplaatsen die zullen verdwijnen bij Nederlandse universiteiten door de bezuinigingen (ingezonden 20 mei 2011).