Ingediend | 18 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 12 juli 2011 (na 55 dagen) |
Indieners | Kees van der Staaij (SGP), Joël Voordewind (CU), Wim Kortenoeven (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z10284.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3109.html |
Ja.
Voor de analyse van de situatie van christenen in China verwijs ik naar de antwoorden op de vragen van het lid Kortenoeven d.d. 26 april 2011.
Dit incident is mede aanleiding om in de contacten met China aandacht te blijven besteden aan de vrijheid van godsdienst en het recht op vergadering. Het belang van de vrijheid van godsdienst wordt zowel langs bilaterale kanalen als via de EU opgebracht.
Ik ondersteun de oproep van de ondertekenaars van de petitie om de vrijheid van religie en geloofsovertuiging te respecteren. Nederland heeft herhaaldelijk tegenover Chinese autoriteiten zorg uitgesproken over de gebrekkige vrijheid van religie in China en zal dat blijven doen.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de Nederlandse zorgen over de verslechtering van de mensenrechten in China overgebracht en daarbij het belang onderstreept van bilaterale mensenrechtenconsultaties. Tijdens dergelijke consultaties wordt over specifieke onderwerpen diepgaand van gedachten gewisseld, zoals over de vrijheid van religie en geloofsovertuiging.
Een handelsmissie en leveren van kritiek op de mensenrechtensituatie gaan goed samen, zie ook het antwoord op vraag 4. Nederland en de EU bevorderen de mensenrechten in China onder andere door middel van mensenrechtendialogen, demarches, openbare verklaringen, samenwerkingsprojecten, wetenschappelijke seminars, werkbezoeken, interventies in multilaterale fora en bespreking van mensenrechten in gesprekken tussen bewindslieden en ambtelijke contacten.