Ingediend | 16 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 22 juni 2011 (na 37 dagen) |
Indiener | Karen Gerbrands (PVV) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09966.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2910.html |
Ja.
Evaluatie van het Individueel Functioneren van Medisch Specialisten (IFMS) is een instrument dat specialisten kunnen gebruiken om zelf meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van hun werk. Hierbij worden geen functioneringsgesprekken met leidinggevenden gevoerd, maar gesprekken met collega’s en medewerkers over het eigen functioneren van specialisten. De gesprekken zijn vrijwillig en zullen in het begin vaak de betere specialisten aanspreken. In de tweede helft van 2008 is op initiatief van de beroepsgroep (vertegenwoordigd door de Orde van Medisch Specialisten) begonnen met de landelijke uitrol van dit systeem. Vanaf dat moment hebben ziekenhuizen maatregelen genomen, zoals het trainen van personeel in de gesprekssystematiek, het op orde brengen van ICT en HRM systemen en het opstellen van jaarschema’s voor evaluatiegesprekken. Invoering van het IFMS in alle ziekenhuizen is een intensief project en ik besef dat dit tijd kost. Ik vind het belangrijk dat de beroepsgroep hier stevig op inzet. De voorlopige cijfers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over 2010 laten zien dat 44% van alle medisch specialisten in Nederland aan één of andere vorm van evaluatie van individueel functioneren deelneemt.
Ja. Feedback op het functioneren, maar vooral het daaraan zelf verbinden van consequenties, is essentieel voor elke professional. Voor het ontdekken van slecht functionerende specialisten is dit instrument echter niet bedoeld en niet geschikt.
Ik kan dit niet verplichten. Op dit moment is er voor vrijgevestigde specialisten geen systeem van functioneringsgesprekken. Specialisten in dienstverband kennen dit wel. Daaraan neemt een veel groter percentage specialisten deel, namelijk rond de 60%. Dit vraagt ook om het helder maken van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de raad van bestuur en de medisch specialist. Het is niet alleen zaak om de hiërarchische lijn te expliciteren, maar ook om een goede wijze te vinden waarop kwaliteit van zorg in het functioneringsgesprek kan worden ondergebracht.
Indien de Orde en de NVZ bereid zijn hier stevig op in te zetten dan kunnen zij, zoals de heer Meijerink in het artikel van Zorgvisie voorstelt, dit opnemen in de nieuwe Model toelatingsovereenkomst. Ook is nu al zichtbaar dat de opname in de basisset kwaliteitsindicatoren van de IGZ heeft geleid tot meer aandacht voor IFMS.
De Raad van Bestuur van een ziekenhuis is altijd eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg die geleverd wordt. Het is daarom logisch dat zij hier met medisch specialisten afspraken over maakt en dat dit onderwerp in de nieuwe Model toelatingsovereenkomst wordt opgenomen. Maar zoals gezegd, ik kan dit niet afdwingen. Ook in het kwaliteitskader van medisch specialisten (richtlijnen voor het maken van kwaliteitsafspraken tussen medisch specialisten en raden van bestuur) is het IFMS opgenomen.