Ingediend | 16 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 juni 2011 (na 30 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09943.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2830.html |
Dit bericht is onjuist. Het NFI heeft mij gemeld dat al het onderzoeksmateriaal dat door het NFI is veiliggesteld voor dit onderzoek ten behoeve van de hersectie is overgedragen. Aangezien de zaak nog onder de rechter is, onthoud ik mij van een gedetailleerde weergave van de gang van zaken in het betreffende onderzoek.
Na onderzocht te hebben welke expertise beschikbaar was, heeft het Openbaar Ministerie besloten een deskundige te benoemen ter uitvoering van een contra-expertise. Het onderzoek kon pas in december 2010 plaatsvinden omdat het definitieve rapport over het eerste onderzoek niet eerder gereed was.
Secties die het NFI uitvoert op lichamen van minderjarigen verlopen volgens het protocol forensische kindersecties en worden uitgevoerd door een geregistreerd kinderpatholoog. Tijdens een sectie worden organen van een slachtoffer beoordeeld. Ook worden kleine delen van organen en weefsels uitgenomen en bewaard voor nader microscopisch, DNA- en toxicologisch onderzoek. Al het resterende wordt teruggeplaatst in het lichaam. Organen van een baby zijn echter dusdanig klein van omvang dat deze veelal in hun geheel worden veiliggesteld voor microscopisch en toxicologisch onderzoek. Er wordt dus geen lichaamsmateriaal weggegooid. Het NFI heeft mij bericht in de onderhavige kwestie conform deze procedures te hebben gehandeld.
Het NFI heeft mij gemeld dat hier geen sprake van is.
Eventuele discussie over de deskundigheid van betrokkene zal indien nodig, worden gevoerd ter terechtzitting. Om die reden kan ik op dit moment daarover geen verdere mededelingen doen.
Het NFI verricht niet een dergelijk onderzoek. Ik zie daarvoor ook geen aanleiding op grond van de informatie die mij door het NFI over deze zaak is verstrekt. Ik verwijs ook naar mijn antwoorden op de voorgaande vragen.