Ingediend | 13 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 17 juni 2011 (na 35 dagen) |
Indieners | Sjoera Dikkers (PvdA), Ahmed Marcouch (PvdA), Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09847.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2860.html |
Zoals ik in mijn antwoord op de vragen van het lid Pechtold (uw kenmerk: 2011Z09648) heb aangegeven, acht ik het betreffende wetsvoorstel strijdig met de mensenrechten. Sinds het voorstel in 2009 werd ingediend, heeft Nederland bilateraal en in EU-verband onze zorgen hierover meermalen en tot op het hoogste politieke niveau overgebracht aan de Oegandese regering.
Het gaat hierbij om een initiatiefwetsvoorstel van een individueel parlementslid. Het voorstel is niet aangenomen door het Oegandese parlement en het is nog niet duidelijk of het voorstel opnieuw zal worden voorgelegd aan het nieuwe Oegandese parlement dat deze week werd beëdigd.
Nederland zal deze aangelegenheid uiteraard nauwkeurig blijven volgen.
Als het voorstel zou worden aangenomen door het parlement, wordt de wet pas van kracht na ondertekening door de president. Mocht het zover komen, zal Nederland de Ugandese regering uiteraard wijzen op haar internationale verplichtingen en de gevolgen die het implementeren van een dergelijke wet hebben voor de betrekkingen met Nederland.
De Oegandese regering en president Museveni hebben afstand genomen van het wetsvoorstel. Het inzetten van de Nederlandse hulp aan Oeganda als pressiemiddel, maar ook het conditioneel maken van de hulp van EU en Wereldbank, is op dit moment niet aan de orde.
Zie antwoord vraag 1.
EHAHRDP heeft in de afgelopen periode een eerste inventarisatie uitgevoerd van de acute veiligheidsbehoeften van mensenrechtenwerkers voor seksuele minderheden in Oeganda. Mede op basis hiervan is een Security Committee opgericht dat de ontwikkelingen op meer structurele basis volgt en waar nodig maatregelen neemt ten behoeve van de Lesbian, Gay, Bisexual, Transsexual and Intersexual (LGBTI) gemeenschap. Het gaat daarbij niet alleen om ondersteuning met beveiligd vervoer of alternatieve woonruimte bij bedreigingen, maar ook om praktische steun als leden van de LGBTI gemeenschap vanwege hun geaardheid uit huis worden gezet of hun baan kwijtraken. Daarnaast heeft EHAHRDP de reis- en verblijfskosten betaald van enkele prominente LGBTI-activisten die direct na de moord op David Kato het land om veiligheidsredenen wilden verlaten. Een van hen heeft om deze reden enige tijd in Nederland doorgebracht. Inmiddels zijn deze activisten weer terug in Oeganda en hebben zij hun werk hervat.
Mensenrechtenwerkers en vertegenwoordigers van de LGBTI-gemeenschap weten al jaren de weg te vinden naar de Nederlandse ambassade in Kampala. In lijn met de EU richtlijnen inzake mensenrechtenverdedigers, onderhoudt de Nederlandse ambassade nauwe en zichtbare contacten met de LGBTI-gemeenschap.