Ingediend | 3 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 juni 2011 (na 43 dagen) |
Indiener | Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09422.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2825.html |
Ja.
De politie heeft mij meegedeeld dat het gaat om zogeheten «speed profiles» die zijn ontwikkeld door een verkeersbureau op grond van door TomTom beschikbaar gestelde reistijdeninformatie. Speed profiles geven informatie over de werkelijk gereden snelheden van het gemotoriseerd verkeer, onder meer gebaseerd op anonieme GPS-metingen van TomTom. De speed profiles geven voor een groot deel van het wegennet inzicht in gemiddelde rijsnelheden per wegonderdeel, in tijdsblokken van 15 minuten.
De politie gebruikt de speed profiles om te kunnen bepalen waar sprake is van risicovolle verkeerssituaties met als doel het vergroten van de verkeersveiligheid. In combinatie met andere informatiebronnen, zoals ongevalanalyses, bepaalt het Landelijk Parket Team Verkeer (LPTV) op advies van het regionale politiekorps, het plaatselijke Openbaar Ministerie en de wegbeheerder onder meer de locaties van snelheidscontroles en flitspalen.
In individuele zaken kan de politie gebruik maken van gegevens uit diverse bronnen. Dat kunnen ook commerciële bedrijven zijn. Daarvan bestaat geen totaaloverzicht.
In zijn algemeenheid is wel te zeggen dat banken melding maken van ongebruikelijke transacties bij de financial intelligence unit van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en dat de politie NAW-gegevens van klanten van telecombedrijven van deze bedrijven verkrijgt. Het gebruik van deze informatie kent een wettelijke basis en kan slechts voor bepaalde doeleinden en onder bepaalde voorwaarden plaatsvinden.
TomTom levert de gegevens niet rechtstreeks aan de politie, maar aan een verkeersadviesbureau dat beleidsmakers helpt om analyses te kunnen maken op het gebied van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid. Overheidsorganen kunnen een abonnement nemen op deze speed profiles en inloggen op het systeem. De daaraan verbonden prijsstelling is afhankelijk van de regio waar het overheidsorgaan onder valt.
Volgens TomTom zijn de gegevens die het bedrijf beschikbaar heeft gesteld anoniem verwerkt. Mij hebben geen signalen bereikt dat toch sprake is van herleidbaarheid naar personen. Het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) is overigens het aangewezen orgaan om te beoordelen of de gegevens door TomTom dusdanig zijn geanonimiseerd dat er redelijkerwijs geen sprake meer is van herleidbaarheid naar personen. Het Cbp is onafhankelijk en bepaalt zelf in welke gevallen het een onderzoek instelt.
Zie antwoord vraag 5.
Het betreft in dit geval de relatie tussen een producent en consumenten. Er zijn heldere wettelijke (informatie)verplichtingen voor producenten opgenomen in het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:193a en verder) en – als sprake zou zijn van verwerking van persoonsgegevens – in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp; artikelen 33 en 34). Verder hebben de Europese privacytoezichthouders, verenigd in de Artikel 29-werkgroep, in een gemeenschappelijk standpunt van 16 mei 2011 (zie http://www.cbpweb.nl/downloads_int/wp185_en.pdf) aanbevelingen omtrent het verwerken van locatiegegevens opgesteld die een aanknopingspunt bieden voor verantwoordelijken in de zin van de Wbp. Als consumenten klachten zouden hebben over de naleving van de wettelijke (informatie)verplichtingen, kunnen zij zich wenden tot toezichthouders als de Consumentenautoriteit en het College bescherming persoonsgegevens. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 10.
Zie antwoord vraag 7.
Het is niet aan mij om een (totaal)overzicht bij te houden van de verkoop van (privacy gevoelige) gegevens door commerciële bedrijven aan derden.
Ik hecht eraan dat het bedrijfsleven zoveel mogelijk transparantie biedt over de producten en diensten die zij aanbieden. Het is evenwel niet aan het kabinet om een oordeel uit te spreken over modellen die het bedrijfsleven zou kunnen hanteren om aan de in de mijn antwoord op vragen 7 en 8 genoemde (informatie)verplichtingen te voldoen.
De politie maakt gebruik van navigatiesystemen. Het gaat doorgaans om van fabriekswege ingebouwde navigatiesystemen die niet zijn gesynchroniseerd. Doordat de systemen niet gesynchroniseerd zijn, worden er geen locatiedata gedeeld en brengt het gebruik van de navigatiesystemen geen risico’s met zich mee.
Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Economische Zaken Landbouw en Innovatie, dat de schriftelijke vragen van het lid Schouw (D66) over de verkoop van persoonsgegevens (ingezonden 3 mei 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.