Ingediend | 20 april 2011 |
---|---|
Beantwoord | 31 mei 2011 (na 41 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z08431.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2697-n1.html |
Ik sta positief tegenover initiatieven die het studierendement verhogen, zoals de pilot van Erasmus Universiteit Rotterdam. De pilot van de Erasmus Universiteit heeft als doel een ambitieuze studiecultuur te bewerkstelligen waarbij nominaal studeren de regel wordt en geen uitzondering.
Ik deel de mening niet dat dit te ver gaat. Het is niet de bedoeling dat de student van de opleiding kan worden verwijderd vanwege ziekte. Ook in deze variant zal uiteraard rekening moeten worden gehouden met de wettelijke bepaalde «bijzondere persoonlijke omstandigheden» van de student, waaronder ziekte. Of een student hiervoor in aanmerking komt, wordt door de examencommissie bepaald. Tegen BSA-beslissingen kan de student in beroep bij de examencommissie, de Commissie Beroep Examens en uiteindelijk de Commissie Beroep Hoger Onderwijs.
Opleidingen die tekortschieten hebben uiteraard de verantwoordelijkheid om voor genoegzame oplossingen te zorgen. Als student en opleiding er niet uitkomen staat de beroepsgang zoals vermeld bij het antwoord op vraag1 open.
Het klopt inderdaad dat Erasmus Universiteit Rotterdam binnen sommige opleidingen nu al de gelegenheid geeft om het ene vak met het andere vak te compenseren. De WHW biedt hiervoor ook mogelijkheden. Ik ben niet van mening dat deze maatregel tot lagere kwaliteit leidt. De examencommissie is betrokken bij het vaststellen van de exacte invulling van de compensatieregeling om de kwaliteit te waarborgen.
Uit onderzoek dat bij de Erasmus School of Economics2 wordt gedaan blijkt ook dat studenten die doorstromen op basis van compensatieregelingen minimaal evengoed scoren als studenten die niet op basis van compensatie doorstromen.
Het is aan elke opleiding afzonderlijk om concreet invulling te geven aan de examenregeling, maar onder minder herkansingen denkt de EUR aan 1 tot 3 herkansingen per jaar.
Bij kleinschalig onderwijs denkt zij aan werkgroepen van ca. 12 studenten waarin intensief en activerend onderwijs wordt gegeven. Deze groepen worden begeleid door een tutor. De komende jaren wordt dit kleinschalig onderwijs verder uitgebreid naar andere opleidingen.
Ja, dat is waar. Of universiteitsbrede invoering zal worden doorgevoerd hangt af van de eerste resultaten van de voorloperspilot die in september 2011 van start gaat bij de opleidingen bestuurskunde, sociologie, psychologie, pedagogiek van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Uiteraard wordt daarover overleg gevoerd met de betrokken organen (met name opleidingsmanagement, examencommissies, faculteitsraad en universiteitsraad).
Gezien de inbedding in een totaalpakket aan maatregelen meen ik op voorhand niet dat er sprake is van een doorgeslagen aanpak. Erasmus Universiteit Rotterdam heeft naar mijn oordeel een weloverwogen beslissing genomen om de bsa-norm te verhogen naar 60 studiepunten om een cultuurverandering te bewerkstellingen naar nominaal studeren.