Ingediend | 7 april 2011 |
---|---|
Beantwoord | 3 mei 2011 (na 26 dagen) |
Indieners | Harry van Bommel , Jasper van Dijk , Angelien Eijsink (PvdA), Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z07346.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2432.html |
De regering is voorstander van verder onderzoek naar de gezondheidseffecten van verarmd uranium houdende munitie. Het ministerie van Defensie volgt de onderzoeken naar gezondheidseffecten van bestanddelen van munitie en van de daarin toegepaste metalen en metaallegeringen. Als daar aanleiding voor is, wordt aanvullend onderzoek gedaan. Waar sprake is van risico's of mogelijke risico's zijn voorzorgsmaatregelen van toepassing. Voor situaties waar sprake is van mogelijke blootstelling van personeel aan resten van munitie met verarmd uranium is door het ministerie van Defensie een richtlijn met voorzorgsmaatregelen opgesteld.
Paragraaf 3 van VN resolutie A/65/55 verzoekt de Secretaris-Generaal van de VN om relevante internationale organisaties te verzoeken om hun studies naar de mogelijke effecten van munitie met verarmd uranium op de volksgezondheid voort te zetten. De regering neemt met belangstelling kennis van dergelijk onderzoek en waardeert de inspanningen die op dit gebied door internationale organisaties en onderzoeksinstellingen worden verricht.
De huidige kennis van de gezondheidseffecten op lange termijn van metalen en metaallegeringen biedt onvoldoende aanleiding voor een internationaal moratorium. Omdat bepaalde metalen of metaallegeringen noodzakelijk zijn voor de effectiviteit van de munitie is een dergelijk moratorium bovendien niet wenselijk. Bovendien acht de regering een moratorium met brede reikwijdte in internationaal verband niet realistisch, gezien de standpunten van diverse landen in het verleden. Wij verwijzen hierbij ook naar onze brief aan de Tweede Kamer van 11 maart 2010 (Kamerstuk 31 123-X / 31 123-Y nr. 82).
Zie antwoord vraag 1.
Paragraaf 6 van VN-resolutie A/65/55 nodigt lidstaten van de VN die munitie met verarmd uranium hebben gebruikt uit om – op verzoek van landen waar dit type munitie gebruikt is – informatie te verschaffen over de inzet van die munitie. Aangezien de resolutie deze uitnodiging al doet, ziet de regering geen aanleiding deze uitnodiging te herhalen.
Navraag bij de Amerikaanse autoriteiten heeft de inzet van munitie met verarmd uranium bij operaties door de VS niet kunnen bevestigen. Nederland gebruikt geen munitie waarin verarmd uranium is verwerkt. Nederlandse F-16»s nemen deel aan de NAVO operaties op grond van resoluties 1970 en 1973 van de VN-Veiligheidsraad. De Nederlandse F-16»s worden alleen ingezet voor handhaving van het wapenembargo en de no fly zone.
Zie antwoord vraag 1.