Ingediend | 9 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 30 mei 2011 (na 82 dagen) |
Indieners | Sabine Uitslag (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04745.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2674.html |
Ja.
Ik deel deze opvatting niet. Volgens de huidige professionele richtlijnen in Nederland is het, als de betrokken professionals het na een degelijke risico inschatting veilig achten en de zwangere vrouw dit wil, mogelijk om thuis te bevallen.
Ik kan op basis van de WTZi (art 3.1) aan de bestaande toelating van de instelling het voorschrift verbinden dat die instelling de noodzakelijke zorg aanbiedt. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in het verplicht open houden van een afdeling voor acute (verloskundige) zorg indien de bereikbaarheidsnorm van 45 minuten in het gedrang is. Indien sprake zou zijn van het niet nakomen van de in de toelating verbonden voorschriften, biedt de wet de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen en, indien nodig, de mogelijkheid om de toelating in te trekken. Dit is een laatste redmiddel dat, vooral op een dringend, gezamenlijke verzoek van de zorgverzekeraar en het traumacentrum (als initiatiefnemer van het ROAZ) kan worden gebruikt. Ik zal een ziekenhuis echter niet opleggen om een afdeling open te houden als de bereikbaarheidsnorm voor acute zorg van 45 minuten voor de regio niet in het gedrang komt.
Zie mijn antwoord op vraag 3.
Mijn ambtenaren hebben gesproken met de voorzitter van de Raad van Bestuur van het ZGT. Uit dit gesprek blijkt dat het ZGT momenteel de mogelijkheden onderzoekt hoe er toekomstbestendige, veilige en kwalitatief goede verloskundige zorg in de Twentse regio kan worden geleverd. Bij dit onderzoek worden alle relevante partijen uit de regio, zoals de verloskundigen, betrokken. Zij hebben aangegeven dat het op dit moment nog slechts voornemens zijn en dat er geen besluit genomen gaat worden totdat de IGZ de plannen beoordeeld heeft.
Zie mijn antwoord op vraag 5.
De vragen van de Kamerleden Omtzigt en Uitslag (beiden CDA) over uitspraken van de bestuursvoorzitter van de ziekenhuisgroep Twente (ingezonden 9 maart 2011) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat er voor de beantwoording een gesprek nodig is tussen mijn ambtenaren en het bestuur van ZGT. Dit gesprek staat gepland op 13 mei 2011. Ik zal u eind mei de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.