Ingediend | 8 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 april 2011 (na 38 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (PVV), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04639.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2229.html |
Ja.
In Ethiopië is doorgaans sprake van grote religieuze tolerantie. Gewelddadigheden tussen religieuze groepen komen vrijwel nooit voor. Tijdens de recente aanvallen in de Jimma zone (360 km ten westen van de hoofdstad Addis Abeba) zijn echter christenen doelwit geworden van fysiek geweld en brandstichting door moslims – naar verluidt nadat eerstgenoemden de moslims zouden hebben geprovoceerd. Een soortgelijk incident heeft in dit gebied vijf jaar geleden ook plaatsgevonden.
In genoemde landen vinden helaas gewelddadige incidenten plaats tegen religieuze minderheden. De oorzaken daarvoor zijn per geval anders, variërend van spanningen tussen religieuze groepen onderling tot discriminatie van overheidswege en eenzijdige terreurdaden. In reactie op de recente geweldsincidenten en discriminatie van christenen en andere religieuze minderheden in de genoemde landen heeft Nederland de afgelopen periode een voortrekkersol genomen. Specifiek op aandringen van Nederland heeft de VN Speciale Rapporteur voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging onlangs de EU lidstaten geadviseerd hoe godsdienstvrijheid beter te beschermen.
Daarnaast wordt in de Raadconclusies, die op 21 februari jl. door de Raad van EU ministers van Buitenlandse Zaken werden aangenomen, mede op aandringen van Nederland aandacht gevraagd voor de positie van christenen en andere religieuzegroepen die slachtoffer zijn geworden van recent geweld.
Voorts heb ik, in reactie op de recente geweldsincidenten en discriminatie van religieuze minderheden in diverse landen, op 16 maart jl. een gesprek gehad met een groep in Nederland gevestigde geestelijke leiders van religieuze gemeenschappen uit verschillende landen, waaronder een afgevaardigde van de Ethiopische Evangelistische Kerk.
In mijn toespraak tot de 16e Mensenrechtenraad op 1 maart jl. heb ik aangegeven dat godsdienstvrijheid voor Nederland prioritair is. In de Raad werd ook, mede op aandringen van Nederland, een succesvol EU-side event over godsdienstvrijheid en geweld tegen religieuze minderheden georganiseerd. Daarnaast zet Nederland in op aanname van een krachtige EU-resolutie over dit onderwerp.
De Ethiopische autoriteiten nemen uitingen van religieuze intolerantie zeer serieus en hebben ook in dit geval adequaat opgetreden. De regering heeft in dit geval gezorgd voor politiebescherming en in het desbetreffende gebied is het inmiddels rustig. Ik zie derhalve op dit moment geen noodzaak om bij de Ethiopische regering aan te dringen op extra bescherming.